zondag 25 juli 2010

Mijn ervaringen met LibraryThing

Jaren geleden al eens Shelfari bekeken. Een soortgelijke site als LibraryThing.  Maar al snel ben ik er mee gestopt en er eigenlijk nooit meer naar om gekeken. Volgens mij is LibraryThing wel groter en populairder. Tenminste je hoort er meer over of komt dat nu doordat de cursus 23 dingen zo populair is?

In ieder geval heb ik toch een account aangemaakt bij LibraryThing en een aantal van mijn boeken gecatalogiseerd. Dat gaat reuze gemakkelijk doordat LibraryThing gekoppeld is met heel wat databases en catalogi uit binnen- en buitenland. Een isbn invullen is meestal al voldoende om de titelbeschrijving + de juiste omslag te verkrijgen. Ik ben zeker van plan om ook mijn overige boeken in LibraryThing in te gaan voeren. Alléén wordt dat iets voor een regenachtige zondagmiddag :-).

Het is natuurlijk even wat werk maar dan kan ik in ieder geval mijn collectie via mijn iPhone bekijken. Reuze handig als ik weer eens in de Slegte sta en me afvraag of ik dit boek nu al heb of niet. Laatst had ik al een aantal titels dubbel gekocht :-). Toch ook eens gaan zoeken of zoiets dergelijk ook al bestaat voor films. Iemand een suggestie? Ik denk verder niet dat ik veel op LibraryThing ga kijken bijvoorbeeld om bij bepaalde groepen leestips of recensies te bekijken of te zoeken naar literaire activiteiten in mijn omgeving. Ik ben hier eigenlijk nooit geinteresseerd in geweest. Secundaire literatuur of dit nu offline of online is, is aan mij niet besteed. Ik lees en geniet van boeken dat vind ik voldoende. Ik kan me wel voorstellen dat LibraryThing voor echte leesfreaks en literatuurliefhebbers een eyeopener kan zijn. Een mooie bron om samen met soortgenoten de liefde van boeken online te delen.

Ik heb ook de LibraryThing widget op mijn blog geplaatst en een koppeling met mijn Facebook pagina en Twitter account gemaakt. Die laatste wilde overigens maar niet lukken ondanks dat het wel wordt aangeboden. Wellicht een tijdelijke bug. Ik ga het later nog eens proberen.

LibraryThing en Centre Céramique?
LibraryThing is natuurlijk in te zetten als bron bij het inlichtingenwerk. Je kunt gebruikers ook attenderen op deze site en hun zo helpen met nieuwe literatuur / leesboeken. Zoals jullie al op de 23dingen site hebben kunnen lezen kan door de toevoeging van enige code, de bibliotheekcatalogus verrijkt worden met afbeeldingen, recensies en tags. Ik zag dat vooral buitenlandse bibliotheken hier gebruik van maken. Nederlandse openbare bibliotheken ben ik niet tegengekomen in de overzichtslijst van bibliotheken die gebruik maken van LibraryThing.

Waarom niet? Vraag ik me af. Komt het misschien omdat er tegenwoordig ook andere mogelijkheden zijn? Iedere catalogus die zich zelf serieus neemt zoals Picarta, Worldcat, Bicat (cWise) en de Aquabrowser (MyDiscoveries) hebben in meer of mindere mate de mogelijkheid om recensies, beoordelingen en tags aan titels toe te voegen, en bijdragen van andere leners te kunnen raadplegen en beoordelen. Daarnaast kunnen leners op een gemakkelijke manier allerlei lijsten samenstellen. Er kunnen titeloverzichten worden gemaakt van alle titels van een schrijver; van favoriete films of muziek of met alle informatie over een vakantiebestemming, hobby, studie etc. Ook kunnen lijsten worden samengesteld van boeken die iemand zelf heeft ('mijn boekenplank'), welke boeken iemand nog wil lezen (verlanglijstje) of welke boeken zijn gelezen (geheugensteuntje). Soms kan men ook een profielpagina met een eigen avatar (een foto of een afbeelding) aanmaken en is er de mogelijkheid om virtuele leesclubs te starten - uiteraard met discussiemogelijkheden -. Met andere woorden men heeft goed bij LibraryThing (af)gekeken. Ook de catalogus wordt socialer en meer web 2.0. Het enige jammere is dat ieder systeem weer op zich zelf staat. Het zou een goede zaak zijn als al die user-generated content die nu in allerlei systemen wordt verzameld samengevoegd kan worden zodat al die systemen van elkaar kunnen profiteren. Uiteindelijk wordt de klant (maar ook de catalogi) er beter van en daar doen we het natuurlijk allemaal voor.

vrijdag 23 juli 2010

QR codes: barcode nieuwe stijl

Vandaag in de Informatieprofessional (nummer 7/8) een artikel gelezen over QR-codes. Ik kende dit nog niet al bestaan QR codes als sinds 1994. QR staat voor Quick Response.

Wat is QR Code?
QR Codes zijn 2 dimensionale barcodes die snel en eenvoudig ingescand kunnen worden met de fotocamera van bijna iedere moderne mobiele telefoon. De code wordt dan omgezet ("dequrificeren" genoemd) in (interactieve) tekst en/of een link. Bijvoorbeeld: Je loopt door de stad en ziet een poster voor een evenement dat interessant lijkt. Je pakt je mobiele telefoon, scant de QR Code en je krijgt direct meer informatie en een link naar een bijbehorende website waar je direct kaarten kunt bestellen. Je hoeft dus niets over te typen of te onthouden en omdat QR Codes erg klein kunnen zijn, bespaart dit veel ruimte op het product.

Waar kan je QR Codes voor gebruiken?
Door zelf QR Codes te maken ("qurificeren" genoemd) kan je alles wat je maar hebt interactiever maken. Plak QR Codes op je visitekaartjes, op flyers voor een feest of posters om je producten of diensten te promoten. Of gebruik ze om je boeken of CD's te helpen rangschikken, plak ze op je sleutels of gereedschap zodat je weet waar ze ook al weer voor zijn. Qurificeer elke tekst of website url, plak de QR Code op alles wat je hebt en maak zo je hele huis interactief!


Wat heb je nodig om een QR code te kunnen lezen?
Je mobiele telefoon moet uitgerust zijn met een camera en QR code scanner software. Apps van zo'n scanner zijn (gratis) te downloaden in de app store. 'Toevallig' stond in diezelfde Informatieprofessional ook nog een test van 7 scanners.

Hoe een QR code maken?
Een site om QR codes te maken is bijvoorbeeld Querify. Zij hebben ook een gadget bij blogger. Ik heb dan ook maar meteen de koe bij de horens gepakt en een QR code voor mijn blog gemaakt (zie hierboven of de rechterkolom). Een andere QR generator is die van het Zxing project.

Omdat er steeds meer smartphones komen lijkt het me echt wat om ook QR codes in (openbare) bibliotheken in te zetten. Bijvoorbeeld in onze catalogus maar ook bij folders en posters. De universiteitsbibliotheek van Bath en de bibliotheek van het Vredespaleis gebruiken QR codes al in respectievelijk de catalogus en in de linkresolver. Voor meer informatie verwijs ik jullie graag naar de artikelen in Informatieprofessional.

donderdag 22 juli 2010

Flipboard: sociaal iPad-magazine

De nieuwe iPad-applicatie Flipboard maakt de nieuwsstromen uit sociale netwerken leesbaar als digitaal magazine.

Problemen
De lancering gaat niet zonder problemen. Zo werkt de koppeling met Facebook en Twitter nog niet. Het is de bedoeling dat de nieuwslinks die door vrienden gedeeld worden op sociale netwerken automatisch vertaald worden naar een opgemaakte magazine-achtige pagina. Ondanks de problemen stoomde de applicatie direct door naar de eerste plek van meest gedownloade gratis apps voor de iPad.



Bronnen en meer informatie op: webwereld.nl en bibliotheek2.0

Deel |


GERELATEERDE ARTIKELEN
Mijn ervaringen met sociale netwerken
Een pagina delen via sociale netwerken

dinsdag 20 juli 2010

Hoe kan Centre Céramique Flickr inzetten?

Naar mijn mening kunnen we Flickr breed inzetten. Centre Céramique kan op allerlei manieren met fotomateriaal gepromoot worden. In deze post een overzicht van de mogelijkheden en een soort leidraad waar we aan moeten denken. Deze post is bedoel als discussiestuk en ondersteuning voor een brainstormsessie.



Hoe kunnen we Flickr inzetten?
  • Het delen van foto's van onze depotmaterialen
    Centre Céramique heeft diverse speciale collecties die al (gedeeltelijk) gedigitaliseerd zijn zoals onze Japanse prentencollectie, schoolplatencollectie, glascollectie, archeologie en Sphinxcollectie. De schatkist moet open en Flickr is hierbij goed als platform te gebruiken. Zie als voorbeeld de Flickr site van de Library of Congress of een aantal andere erfgoedinstellingen op Flickr die zich verenigd hebben onder de naam The Commons. Door onze depotmaterialen (gedeeltelijk) op Flickr te plaatsen ontstaat er meer interactie met het (wereldwijde) publiek. Je brengt de collecties bij de mensen thuis en mensen kunnen naast kijken hier ook op reageren. 
  • Het delen van foto's van actuele gebeurtenissen
    Naast het tonen van depotmateriaal kunnen we Flickr ook heel goed inzetten voor onze hedendaagse activiteiten. We laten op deze manier aan ons publiek zien dat er veel gebeurt binnen Centre Céramique en dat we dus niet alleen een 'suffe' bieb zijn. We kunnen bijvoorbeeld ons gebouw tonen (ook plekken waar het publiek normaal niet kan komen) of een smoelenboek van onze medewerkers en hun werkzaamheden (bijv. medewerkers die in ons lab een archeologische vondst restaureren). Ook onze tentoonstellingen (inclusief de voorbereiding en opbouw) kunnen via foto's aan ons publiek gedeeld worden. Indien we besluiten om met Flickr aan de gang te gaan dan zou het verplicht moeten worden om van iedere activiteit / tentoonstelling een fotoreportage te maken.

Wat kost het Centre Céramique om actief te zijn op Flickr?
Een gratis account hebben we al maar om bovenstaande zaken goed uit te voeren dienen we een zogenaamd pro account aan te schaffen. De kosten bedragen 24,95 dollar per jaar. Géén geld voor wat je krijgt.

Hoe starten en het Flickr account inrichten?

  • Stap 1: Het afsluiten van een account
    De volgende overwegingen zijn belangrijk bij het afsluiten van een account: - Kies een goede naam. Liefst de naam van de organisatie. In ons geval dus Centre Céramique; - gebruik een foto voor de zogenaamde buddy icon, bijvoorbeeld ons logo of een afbeelding van het gebouw; - invullen van het profiel. Een beschrijving van Centre Céramique, waar kan men ons vinden, incl. een link naar onze site. - invullen van de rubriek 'privacy and permissions'. Welke rechten geven we aan ons publiek? Wat kunnen ze met onze foto's doen? Bijvoorbeeld taggen en reacties geven.
  • Stap 2: Selectiecriteria: welke foto's willen we toevoegen?
    - Welk depotmateriaal en welke actuele gebeurtenissen zijn het waard om op Flickr geplaatst te worden?
    - Copyright? Ja of nee? 
  • Stap 3: Uploaden
    Het uploaden van foto's kan via Flickr's online upload tool. Flickr heeft echter ook speciale software om foto's te uploaden. Die speciale software, die geïnstalleerd moet worden op een pc is toch wel handig als je grote hoeveelheden foto's wilt uploaden. 
  • Stap 4: Toevoegen en eventueel aanpassen van metadata
    - Welke metadata (gegevens zoals titel, omschrijving, tags etc.) willen we toevoegen? Hoe meer metadata hoe beter de foto's gevonden kunnen worden. Eventueel een link toevoegen naar onze online catalogus en website of een mailadres waar men vragen kan stellen over een bepaalde foto. Vele Flickr bezoekers zoeken door middel van de tags. Bij het uploaden is het mogelijk om een aantal algemene tags toe te voegen. Verstandiger is het om toch per foto te kijken of men die specifieker kan taggen, bijvoorbeeld: plaatsnamen, namen van personen, datum/data, naam van de activiteit of objecten en termen waarop je verwacht dat er gezocht gaat worden. 
  • Stap 5: Organiseren van de foto's in sets en collecties
    Om onze bezoekers niet te vermoeien met alle foto's is het noodzakelijk om de foto's in te delen in collecties, bijvoorbeeld de collecties 'activiteiten', 'tentoonstellingen', 'erfgoed'. Deze collecties worden dan weer onderverdeel in diverse sets bijvoorbeeld de collectie 'erfgoed' wordt onderverdeeld in (o.a.) de sets 'Japanse prenten', 'schoolplaten' etc. 
  • Stap 6: promoten van onze Flickr collectie
    Als bovenstaande stappen zijn uitgevoerd dan wordt het tijd om onze foto's op Flickr te promoten. Een goede manier om dit te doen is om contact te zoeken met groepen op Flickr die dezelfde soort interesses (lees foto's) hebben. Bijvoorbeeld een groep over bibliotheken of een groep Aziatische kunst of keramiek. Is er een interessante groep dan kunnen we een aantal van onze eigen foto's toevoegen aan deze groepscollectie. Andere manieren om te promoten zijn natuurlijk via ons twitteraccount, onze eigen site en de sociale netwerken waar we op aanwezig zijn. 
  • Stap 7: nazorg en monitoren van de reacties
    - Het publiek kan reageren op onze foto's en in mijn ogen is het zaak dat hierop wordt terug gereageerd. Zo creëer je namelijk draagvlak en interactie met het publiek. Niet alleen het publiek kan reageren maar ook zogenaamde administrators van groepen die bijvoorbeeld vragen of ze een bepaalde foto van ons mogen toevoegen aan hun groep. Uiteraard zijn dit soort verzoeken interessant omdat meer mensen onze foto's kunnen bekijken;
    - controleren van de tags die het publiek aan onze foto's toegevoegd hebben.- volgen van de groepen waar we lid van zijn om eventueel nieuwe ideeën op te doen.

Al met al kost Flickr toch nogal wat werk willen we het goed doen. In mijn ogen zullen bovenstaande stappen goed uitgevoerd moeten worden. Centre Céramique kan als informatie instituut zich hier niet met een Jantje van Leiden van afmaken. Overwegingen, indien we met Flickr willen gaan werken, zijn:

- Wie gaat werken met Flickr en hoeveel tijd mag men er in steken?;
- hebben we goede fotoapparatuur?;
- zijn onze mensen in staat om goede foto's te maken? Wellicht is het handig om een korte cursus / workshop digitale fotografie te gaan volgen.
- benoemen we een hoofdredacteur die de foto's gaat controleren? Wat worden zijn of haar taken?;
- wie gaat reageren op de eventuele reacties?;
- wie is verantwoordelijk voor de promotie van de foto's en hoe gaan we promoten?

We kunnen als Centre Céramique zeker niet met alle web 2.0 toepassingen (van de 23 dingen) aan de slag. Flickr is wat mij betreft in ieder geval een must.






Deel |


GERELATEERDE ARTIKELEN
Mijn ervaringen met Flickr

zondag 18 juli 2010

Hoe kan Centre Céramique een blog inzetten?

Een blog is eenvoudig van opzet. De berichten worden zo gepubliceerd dat de meest recente bovenaan staan. Voor de meeste mensen is een blog dan ook eenvoudig te volgen en te begrijpen. In mijn ogen is het inzetten van blogs dan ook een uitstekende manier om informatie te delen over onze (erfgoed)collecties, activiteiten, tentoonstellingen en andere nieuwtjes zoals bijvoorbeeld de nieuwe layout en mogelijkheden van onze online catalogus, thuisgebruik van databanken, de invoer van de zelfservice. Maar ook voor het stellen van vragen aan ons publiek kunnen we blogs gebruiken. In mijn ogen kan Centre Céramique op twee manieren bloggen:
  • Een blog voor het posten van officiële communicatie zoals persberichten.
    Dit blog kost de minste tijd qua werkzaamheden maar is ook niet echt verrassend voor het publiek want de mededelingen komen ze waarschijnlijk ook al tegen via andere media.
  • (Méér) persoonlijke blogs.
    Medewerkers van Centre Céramique onderhouden een blog op persoonlijke titel. Men schrijft over zijn / haar specialisatie bijv. Limburg, muziek, literatuur, mediawijsheid, erfgoed(collecties), moeilijke en/of interessante vragen die we aan de balie of per mail ontvangen en die we met behulp van onze collecties en expertise hebben opgelost. Wat houd onze medewerkers op dit moment bezig? Waar werkt men aan? Dit type blog kost veel meer tijd en verlangt meer creativiteit van onze medewerkers. Dit type blog zal het publiek, denk ik, meer aanspreken en een trouwe groep van volgers krijgen. Centre Céramique laat via dit soort bloggen ook veel meer zien waar we goed in zijn en wat we allemaal doen. Voorwaarde is natuurlijk wel dat men een beetje leuk schrijven kan. Een workshop 'schrijven voor het web' is wellicht geen slechte investering.

Voordelen van bloggen
Het publiek gaat onze blogs volgens omdat ze affiniteit hebben met Centre Céramique of met het onderwerp (bijvoorbeeld Limburg. Bloggen levert voor Centre Céramique verschillende voordelen:
  • Misschien wel het belangrijkste voordeel is doordat het publiek onze blogs gaat volgen (en reageren) dit de band tussen Centre Céramique en publiek kan versterken. Interactieve communicatie is mogelijk.
  • Een (persoonlijke) blog kan onze collecties beter zichtbaar maken op het internet. Een blog wordt namelijk gespiderd door zoekmachines zoals Google. Als er vanuit het blog gelinkt wordt naar materialen in onze catalogus dan zijn deze waarschijnlijk beter vindbaar. Een blog kan dan gebruikt worden als een soort naslagwerk. Specialistische kennis die via een blog wordt gedeeld is vaak maar interessant voor een kleine groep mensen. Via de zogenaamde 'long tail' van het internet kun je deze via een blog toch bereiken.

Hoe een blog starten en de voortgang bewaken?
Het opstarten van een blog en zorgen voor de voortgang kost nogal wat voorbereiding en overdenkingen. Hieronder beschrijf ik in een viertal stappen waar we aan moeten denken indien we succes met onze blogs willen hebben.
  • Stap 1: Doelstelling en doelgroep bepalen.Wat willen we als Centre Céramique met een blog bereiken? Is het bedoeld voor aankondigingen of willen we diepgaander (persoonlijker) gaan bloggen. En indien dit laatste wat kiezen we dan als speerpunten / thema's? En voor wie gaan we schrijven, wat is / zijn onze doelgroep(en).
  • Stap 2: Personeelsinzet en andere management overwegingen.- Wie gaat er bloggen binnen Centre Céramique en hoeveel tijd mogen ze er aan besteden?;
    - hebben we voldoende (technische) kennis in huis?;
    - hoe staat het management en de afdeling communicatie / pr tegenover het bloggen?;
    - risico's. Bloggen kan ook een risico vormen. We gaan online communiceren met de buitenwereld, hoe gevoelig zijn we voor kritiek en durven we onze bloggers 'los te laten' en een eigen verantwoordelijkheid te geven? Of gaan we een blogger streng controleren?
  • Stap 3: Bepalen van blogging software en hosting
    -
    Hosten we onze blog(s) op onze eigen server of gaan we gebruik maken van (commerciële) hosting zoals Blogger of Worldpress. Overwegingen om deze beslissingen goed te maken zijn:
    - Inventarisatie van onze technische capaciteiten;
    - vinden we het belangrijk om een speciaal webadres voor onze blog(s) te hebben?;
    - Gaan we veel gebruik maken van video of fotomateriaal? Zo ja dan hebben we misschien wel meer serverruimte nodig;
    - hoeveel geld willen we besteden aan software en/of hosting of moet het geheel gratis zijn?
  • Stap 4: Afspraken maken over de blogs en het bloggen.Na bovenstaande stappen doorlopen en overdacht te hebben dienen we nog enkele afspraken te maken zoals:
    - De naam van het blog en het internetadres;
    - accepteren we reacties van het publiek. En zo ja welke reacties zijn ok en welke niet?;
    - gaan onze medewerkers bloggen onder hun eigen naam?;
    - het inrichten van een blog. Welke layout?;
    - omschrijving van het blog maken;
    - hoe vaak gaan we bloggen? Maandelijks, Weekelijks of vaker?;
    - benoemen we een hoofdredacteur die de blogs gaat controleren? Wat worden zijn of haar taken?;
    - wie gaat reageren op de eventuele reacties?;
    - wie is verantwoordelijk voor de promotie van de blogs en hoe gaan we promoten?
Er zullen vast nog meer overwegingen zijn waaraan we moeten denken maar bovenstaande zaken vormen, denk ik, een goede basis hoe Centre Céramique blogs kan inzetten. Om ervaring op te doen is het wellicht verstandig om met één blog te beginnen en dit naderhand uit te breiden.

Deel |


GERELATEERDE ARTIKELEN
Mijn blog verder pimpen
Draftblogger
Eerste blog

donderdag 15 juli 2010

Leef je nog?

Een aanvulling op mijn post over sociale netwerken. Ik vroeg me al vaker af wat er gebeurt met mijn Hyves, Facebook en Twitter account van een sociaal netwerk zoals Hyves of Facebook gebeurt als ik dood ga. Het schijnt dat Hyves en Facebook pas een profiel verwijderen op aanvraag. Dus eigenlijk blijven je profielen en gegevens gewoon openbaar. Met andere woorden virtueel leef je gewoon verder. In eerste instantie vond ik dat wel een mooie gedachte maar bij nader inzien toch niet zo'n goed idee. Het lijkt me voor mijn vrienden en familie namelijk niet bepaald een prettig idee om steeds mijn profiel tegen te komen of een automatisch bericht te ontvangen dat ik bijna jarig ben.

In het tijdschrift Quest kwam ik toevallig een artikeltje tegen over welke voorzorgsmaatregelen je kan nemen. Namelijk door op internet een digitaal testament achter te laten. Zo controleert de site http://www.deathswitch.com/ bijvoorbeeld regelmatig of je nog leeft door je een e-mail te versturen. Beantwoord je een paar keer deze e-mail niet dan verstuurt de site al je wachtwoorden naar iemand die je daarvoor hebt opgegeven. Diegene kan dan inloggen op jouw profiel- en e-mail accounts en de boel verwijderen. Ik vraag me af of het niet gemakkelijker is om in zo'n geval contact te zoeken met bijvoorbeeld Facebook of Hyves. Maar als extra optie is het wellicht handig. Een Nederlandse site waar je een digitaal testament kan opstellen is bijvoorbeeld http://www.mailfromheaven.eu/.

By the way ik hoop toch nog lang te blijven leven zowel in real life als in de virtuele wereld ;-)



GERELATEERDE ARTIKELEN
Virtueel zelfmoordplegen
Een pagina delen via sociale netwerken

Mijn ervaringen met sociale netwerken

Mijn ervaringen met sociale netwerken

Sociale netwerken zijn net zoals kroegen en straten las ik laatst op Frankwatching. Wat mij betreft klopt dat inderdaad. Al enige jaren zit ik op Hyves. In eerste instantie uit nieuwschierigheid. Ik was wel eens benieuwd wat al die Nederlanders daar op deden. Waarom hebben zoveel mensen een account op Hyves of op één van de andere sociale netwerken zoals bijvoorbeeld Facebook, Linkedin, MySpace? Volgens mij omdat men graag contacten wil leggen, men onderwerp van gesprek wil zijn en aanbevolen wil worden. Eigenlijk dus niet anders dan in het 'echte' leven. Ik had in het begin ook mijn bedenken bij sociale netwerken. Waarom zou ik daar energie in willen steken? Je kunt beter je vrienden in real life ontmoeten dan online.

Dit vind ik overigens nog steeds. Toch kun je via sociale netwerken bestaande vriendschappen versterken of oude vrienden opnieuw ontmoeten. Online vriendschappen zijn in mijn ogen dan ook offline vriendschappen. Bij mijn online vrienden staan dan ook alleen maar mensen waar ik op een of andere manier toch iets mee heb zoals bijvoorbeeld (oud)collega's, oud klasgenoten, kennissen, vrienden van vroeger en natuurlijk ook mijn echte! vrienden. Via een sociaal netwerk blijf je gemakkelijker met elkaar in contact. Ook als je niet altijd tijd hebt om elkaar offline te onmoeten. Je kunt met elkaar chatten, nieuwtjes uitwisselen bijvoorbeeld welke tentoonstelling je gaat bezoeken of welk boek je op dit moment aan het lezen bent. Met andere woorden je blijft van elkaar op de hoogte. Hyves lijfspreuk is niet voor niets: 'Always in touch with your friends'.

Nadat ik het sociaal netwerk Hyves heb leren kennen en er de voordelen van inzag heb ik mij ook bij een aantal andere sociale netwerken aangemeld. Zo zit ik tegenwoordig op Linkedin. Dit is een sociaal netwerk wat eigenlijk voor zakelijk verkeer bedoeld is. Mijn 'vrienden' op dit sociale netwerk zijn dan ook alleen maar collega's maar met name mensen waar ik op een of andere manier contact heb (of heb gehad) door middel van mijn werkzaamheden. Zo blijf ik feeling houden met mijn zakelijke contacten en zij met mij. Door mijn vele reizen kom ik regelmatig met buitenlanders in contact. In Nederland is Hyves hét sociale netwerk maar voor het buitenland is dit toch echt Facebook. Ook in Nederland schijnen steeds meer mensen een Facebook account te hebben. Ik dus ook :-). Hier houd ik  contact met mijn buitenlandse vrienden en Australische neef en nicht. Sinds ik Facebook heb heb ik nog nooit zoveel contact met mijn overzeese vakantie gehad. Verder ben ik ook lid van het sociale netwerk Bibliotheek 2.0. Eigenlijk zou iedere bibliothecaris hier lid van moeten zijn. Hier kun je blogs over het bibliotheekvak lezen, discussieren of vragen stellen met / aan andere Nederlandstalige bibliothecarissen. M.a.w. om je vakkennis te vergroten en bij te houden is dit sociale netwerk interessant. Dit soort 'kleine' sociale netwerken, zogenaamde niche communities, schijnen steeds meer in zwang te raken.

Het onderhouden van sociale netwerken kost natuurlijk tijd. De ene week ben ik hier meer mee bezig dan de andere week. Ik vind het echter zeker geen tijdsverspilling maar een mooie manier om mijn offline vriendschappen en contacten online te versterken. Een krabbel op Hyves of een praatje in de supermarkt. Voor mij is dat niet veel verschil. En heb je echt genoeg van al die sociale netwerken en online vrienden dan kun je altijd nog virtueel zelfmoord plegen :-) Over hoe dat gaat lees dan mijn post 'virtueel zelfmoordplegen' op dit blog,

Sociale netwerken en Centre Céramique?
Wat kan een organisatie zoals Centre Céramique nu met een sociaal netwerk? Moet ik hier als organisatie aan meedoen? Zitten onze leners te wachten op een digitaal filiaal op bijvoorbeeld Facebook of Hyves? Dat zijn vragen die bij me opkomen.

Om bij het tweede te beginnen. Moet ik als bibliotheekorganisatie meedoen aan sociaal netwerken. Naar mijn mening dient deze vraag positief beantwoord te worden. Een gedeelte van onze klanten zijn namelijk ook lid van een sociaal netwerk. Ik vind dat je als bibliotheek onze klanten moet opzoeken. Dat is niet alleen in de offline wereld maar ook in de online wereld. Vele Nederlanders zijn lid van één of meerdere sociale netwerken. Als bibliotheek dien je daar dan ook aanwezig te zijn al is het alleen maar om de feeling met de online wereld niet te verliezen.

Wat kunnen we nu precies met zo'n sociaal netwerk? Met een sociaal netwerk kun je de offline wereld integreren met de online wereld.

  • We kunnen onze klanten vertellen wat er allemaal bij ons te doen is aan tentoonstellingen, evenementen, nieuwe materialen en andere nieuwtjes.
  • Vragen stellen aan onze klanten over onze dienstverlening. Wat vinden ze van onze dienstverlening en producten? En we kunnen proberen de mening te polsen bij het ontwikkelen van nieuwe dienstverlening bijvoorbeeld bij het vernieuwen van onze openingstijden.
  • Een betere binding met onze klanten. Leg uit waarom je bepaalde beslissingen genomen hebt en klanten kunnen hier eventueel op reageren. Vertel bijvoorbeeld waarom de openingstijden veranderd zijn of waarom een bepaalde dienstverlening niet meer (of juist wel) plaatsvindt.

Of onze klanten staan te wachten op een sociaal netwerk van Centre Céramique is natuurlijk altijd maar de vraag. Op dit moment zitten we op Hyves als spot en hebben we ook een 'gewoon' hyves profiel. De functionele verschillen tussen beiden zijn minimaal. Ik denk wel dat we een keus moeten gaan maken wie van de 2 we gaan voortzetten. Verder hebben we ook een Facebook account. Organisaties mogen officieel alleen maar een organisatieaccount aanmaken. Bij Hyves en volgens mij ook bij Facebook hebben dit soort account jammer genoeg wel minder mogelijkheden dan de persoonlijke accounts. Zo worden de posts op dit blog ook automatisch gepubliceerd op mijn Hyves site en dit geldt ook voor mijn tweets. Een kwestie van verknopen. Bij een organisatie hyvesaccount gaat dit helaas niet. Ik heb bij de helpdesk van Hyves wel eens gevraagd of en wanneer dit ook mogelijk is voor een organisatie Hyves. Het antwoord was dat er op dit moment geen plannen voor waren. Binnenkort maar weer eens kijken of het misschien nu wel al mogelijk is en anders nog maar eens vragen ;-)

Onze sociale netwerken lopen op dit moment nog niet zo hard en zijn eigenlijk opgezet om wat te experimenteren en ervaring op te doen. Waarom het nog niet echt hard loopt qua vrienden is denk ik omdat er te weinig tijd aan besteed wordt. Het is wellicht onvoldoende interessant. Want heb je zo'n netwerk dan kost het wel tijd om het redactioneel bij te houden. Daarnaast  promoten we het niet en dit zou dus eigenlijk wel moeten. Voorbeelden van promotie zouden bijvoorbeeld kunnen zijn buttons op onze echte site, promoten via onze digitale nieuwsbrief, flyers / posters  in onze jongerenplek en verder op alle plekken waar ook al onze officiële site genoemd worden bijvoorbeeld op ons briefpapier en in onze digitale handtekeningen van onze e-mail berichten. We zullen er veel actiever mee moeten omgaan zowel qua promotie als qua redactionele inzet. Een mooi voorbeeld van een bibliotheek Hyves site is die van DOK Delft.  Die wordt regelmatig geupdate en heeft meer dan 500 vrienden.




GERELATEERDE ARTIKELEN
Virtueel zelfmoordplegen
Een pagina delen via sociale netwerkenLeef je nog

dinsdag 13 juli 2010

Social Media Day in Maastricht

Elke dag valt er wel wat te vieren. Moederdag, Vaderdag, Koninginnedag etc. etc. Zo werd er op 30 juni wereldwijd Social Media Day 'gevierd'. Social Media Day is een initiatief van Social Media News blog Mashable. In Maastricht werd hierop in gespeelt door het EJC (European Journalism Center). De promotie vond plaats via Twitter, Facebook, Linkedin en andere sociale media. Zelf ontdekte ik dit event door de twitter van Marc Bosch. Als je wilt weten wat er zo al te doen is in de regio Heerlen (en verder) op cultureel gebied dan moet je hem volgen op Twitter of via een ander social media kanaal zoals Facebook, Hyves en MySpace. Maar dit even terzijde. Alhoewel lees verder en je begrijpt waarom het noemen van Marc Bosch toch niet zo vreemd is.

Voor het event bleken er veel aanmeldingen te zijn want er werd uitgeweken naar een grotere locatie namelijk de bovenverdieping van café De Twee Heeren in Maastricht. Achteraf had ik het gevoel dat het uitwijken naar een andere locatie niet nodig was geweest. Veel mensen die zich aangemeld hadden zijn uiteindelijk toch niet komen opdagen. Conclusie: Social Media kanalen zijn dus niet altijd betrouwbaar, of eigenlijk moet ik schrijven de mensen zijn niet altijd betrouwbaar.

De avond zelf vond ik echter zeker de moeite waard. Zes sprekers waren uitgenodigd. Zij allen hielden een korte presentatie over sociale media en hoe het onze samenleving beïnvloed. De aftrap werd gedaan door Nicolaas Peereboom van Crossmint. Hij vertelde meer over de geschiedenis en de ontwikkelingen van social media. Klaus Röhrig, Amnesty International Maastricht Studenten, legde uit hoe sociale media gebruikt kan worden door activistische organisaties. Irene Senden gaf een presentatie over het zakelijke sociale platform, LinkedInSofia Tussis en Seraina Soldner, Maas Media, introduceerde het concept van de participatieve journalistiek. De rode draad van deze avond was of sociale media Maastricht kan helpen om Culturele Hoofdstad van Europa te worden in 2018. Jammer genoeg kon de vertegenwoordiger van 'Maastricht Kandidaat Culturele Hoofdstad 2018' niet op de avond zelf aanwezig zijn.

De presentaties werden gevolgd door drie workshops. Zelf woonde ik de workshop onder leiding van Klaus Röhrig van Amnesty International bij. Samen meet Klaus hebben we gekeken hoe sociale media gebruikt kan worden om mensen en kleine organisaties te mobiliseren. Ik had persoonlijk iets meer uitleg verwacht hoe Amnesty International social media inzet voor zijn activiteiten maar dat viel tegen. Al snel kwam het gesprek op hoe groepen (buitenlandse) studenten via social media kunnen bijdragen aan de kandidaatstelling van Maastricht voor 2018. Het gebrek aan integratie van buitenlandse studenten in de stad, vanwege de taalbarrière, werd gezien als een belangrijk obstakel. Het scheppen van meer meertalige culturele programma's in de stad werd voorgesteld als een mogelijke oplossing. Verder werd de vraag gesteld of Maastricht 2018 wel echt actief met sociale media bezig is. Dit is natuurlijk wel een must als je meer aanwezig wilt zijn en genoemd wilt worden op het internet en social media in het bijzonder. Zeker in andere talen dan het Nederlands is Maastricht 2018 nauwelijks aanwezig.

Verder was er een workshop LinkedIn waar onderzocht werd of LinkedIn gebruikt kan worden om de kandidaatstelling van Maastricht voor 2018 te ondersteunen. Nogmaals werd de taalbarrière gezien als een belemmering voor de internationale gemeenschap, omdat de discussie over de VIA groep op LinkedIn wordt gevoerd in het Nederlands. LinkedIn biedt geen vertaalhulpmiddelen, de deelnemers concludeerden dat sociale media zoals LinkedIn alleen nuttig kan zijn als de dialoog wordt gevoerd in meerdere talen. Door de uitsluiting van niet-Nederlandse sprekers, mist Maastricht een groot aantal potentiële supporters. Opgemerkt werd dat de meeste Nederlanders een uitstekende beheersing van Engels bezitten, en nog belangrijker, veel Nederlanders gebruiken Engels bij hun communicatie via sociale media kanalen (bijv. vele links en berichten door Nederlanders worden geplaatst in het Engels op Facebook).

In de workshop over participerende journalistiek werd er gewezen op de rol die media-platforms kunnen spelen in het helpen van Maastricht om uit te groeien tot een cultureel bloeiende stad. Door het verzamelen van bestaande initiatieven in de hele regio en deze te bundelen onder een virtuele paraplu. 


Aan het einde van de avond was er nog een gezamenlijke workshop over de privacy settings van Facebook en daarna werden de uitkomsten van de workshops met elkaar gedeeld. De taalbarrière van de buitenlandse studenten en expats in Maastricht, dat de meeste communicatie w.b.t. de culturele hoofdstad in het Nederlands plaatsvindt en dat er te weinig activeiten plaatsvinden op de Facebook, Twitter en Linkedin pagina's van Maastricht Kandidaat Culturele Hoofdstad 2018 werden als de grootste obstakels gezien. M.a.w wil men echt social media gaan inzetten om sterker te staan als kandidaat dan zal er een echt web 2.0 beleid / visie gemaakt moeten worden en dienen er mensen voor vrijgemaakt te moeten worden. Geen slechte investering denk ik want naast de echte wereld is er ook een virtuele wereld en beide werelden raken steeds meer met elkaar vervlochten. En ben je veelvuldig te vinden in de virtuele wereld dan levert dat vast en zeker vele supporters op. Volgens mij is Obama hier (o.a.) ook groot mee geworden.

woensdag 7 juli 2010

Leestip! Web 2.0 tools and strategies for archives and local history collections

In het tijdschrift Digitale Bibliotheek, nummer 4, las ik de recensie van Elco van Staveren over het boek 'web 2.0 tools and strategies for archives and local history collections' geschreven door Kate Theimer.

Van Staveren schrijft o.a. het volgende 'En dankzij de combinatie van theorie, best practices, achtergrondinterviews en strategie biedt het inspiratie voor zowel beginners als ervaringsdeskundigen. Een aanrader voor iedereen die meer uit zijn online activiteiten wilt halen.'

Ik ga niet een nieuwe recensie schrijven, die moeten jullie maar lezen in de Digitale Bibliotheek. Maar dit boek is zeker een aanrader voor iedereen die de cursus 23 dingen heeft doorlopen en (nog) meer wilt weten op welke manier web 2.0 tools effectief ingezet kunnen worden. De recensie van Elco van Staveren is getiteld: 'Aangename verrassing'. Ik kan me daar alleen maar bij aansluiten.

Een pagina delen via sociale netwerken

Misschien ken je ze wel, de knoppen onderaan een artikel waarmee je een pagina kan delen via Facebook, Twitter, Hyves of een ander sociaal netwerk. Volgens mij worden ze social media buttons genoemd. Een site als Frankwatching maakt er bijvoorbeeld gebruik van. Maar ook de Universiteit van Maastricht maakt gebruik van dit soort buttons. Ook op mijn blog kun je ze sinds kort vinden onderaan elke post. Zelf maak ik gebruik van de buttons van addthis.com. Anderen maken weer gebruik van addtoany.com. Er zullen vast nog wel meer voorbeelden zijn.

Facebook en Hyves hebben ook hun eigen buttons ontwikkeld. Kijk bijvoorbeeld eens op mijn eigen site voor voorbeelden hiervan.

Hoe werkt het?
Als webbouwer kan je snel en makkelijk een standaard stukje code naar je site ‘copy pasten’ waardoor de share/save button verschijnt. Als lezer van een internetpagina klik je simpelweg op de button van het sociale netwerk naar jou keuze. Daarna wordt er contact gemaakt met dit specifieke netwerk en log je in met je eigen account bij dit netwerk. Klik je dus op bijvoorbeeld het Hyves icoontje dan moet je wel een eigen Hyves pagina hebben.

Voordelen?
Je berichten en site(s) worden door je eigen bezoekers verspreid over allerlei sociale netwerken. Je kunt het vergelijken met mond op mond reclame. Dit kan ook van invloed zijn op de vindbaarheid van je informatie. Lees hierover meer op Emerce in de artikelen 'Facebook wil heerser zijn over sociale web' en 'Semantische zoekmachine Facebook gevaar voor Google'.

Binnenkort ook eens testen voor de site van Centre Céramique bijvoorbeeld bij onze agenda(berichten). En dan maar hopen dat veel mensen het woord verspreiden :-)

Mijn ervaringen met YouTube

Ik ken YouTube eigenlijk alleen als consument. Niet dat ik nou dagelijks op YouTube rondsurf om leuke en informatieve filmpjes te gaan bekijken. Meestal kom ik ze namelijk tegen op blogs en andere sites. Zo kwam ik op de site van mijn collega Thera een leuk filmpje tegen over de 'nieuwe' revolutionaire ontwikkeling genaamd het boek. Dit deed me weer denken aan het filmpje 'Middeleeuwse helpdesk' waar ik ooit eens per mail op geattendeerd werd.



Uploaden
Naast filmpjes bekijken kun je ook zelf actief meedoen en filmpjes gratis op YouTube plaatsen. Hele volksstammen doen dat dan ook. Er zit natuurlijk veel pulp tussen maar ook zeker veel goed materiaal. Zoek je bijvoorbeeld op 'bibliotheek' dan kom je veel informatieve filmpjes van en over bibliotheken tegen maar ook onderstaand filmpje van de Dik voor mekaar show waar Ron Brandsteder wel een hele vreemde bibliotheek bezoekt. Misschien wel een idee voor een nieuwe herinrichting :-)



YouTube en Centre Céramique?
Ook als je op YouTube zoekt op 'centre ceramique' kom je al heel wat filmpjes tegen. Jammer genoeg over YouTube verspreid. Op YouTube kun je echter ook een zogenaamd kanaal starten waar je je eigen filmpjes naar kunt uploaden. Zo'n kanaal kun je ook qua layout aanpassen aan je eigen wensen. Zo heb ik maar de vrijheid genomen om een videokanaal te starten voor onze organisatie. Ik heb zelf met mijn iPhone rondgelopen en een aantal korte filmpjes geplaatst. Natuurlijk amateuristisch werk. Als je echt hiermee aan de slag wilt dan zullen we toch goede apparatuur moeten aanschaffen en sommige van onze medewerkers wellicht een korte workshop filmen moeten laten volgen. Of misschien soms wel een echt filmbedrijf inhuren. Natuurlijk afhankelijk van het doel van de filmpjes. Ik zie namelijk mogelijkheden genoeg zoals bijvoorbeeld instructiefilmpjes naar voorbeeld van Bibliotheek Waterweg, sfeer impressies van evenementen en tentoonstellingen die bij ons plaatsvinden, interviews met medewerkers over bijvoorbeeld iets speciaal uit onze collectie. Interviews met speciale klanten. Jeugdleden laten filmen in de bibliotheek, etc. etc. Voor een voorbeeld kijk eens bij DOK Delft. Naast het plaatsen in ons eigen videokanaal zullen deze filmpjes ook verspreid moeten worden op onze (toekomstige) blogs, via twitter en natuurlijk op eigen site.

Bij je videokanaal kun je ook zogenaamde favorieten toevoegen. Hier heb ik dan ook de meeste filmpjes met het onderwerp 'Centre Céramique' toegevoegd. Zo krijg je toch een mooi overzicht van filmpjes die het onderwerp Centre Céramique behandelen.

Ondanks dat er alternatieven zijn voor YouTube denk ik dat Centre Céramique in ieder geval ook moet kiezen voor het YouTube platform. Gewoonweg omdat deze videohosting site volgens mij het meest populair is. Met andere woorden de meeste kans dat onze filmpjes bekeken worden. Maar allereerst zullen deze filmpjes natuurlijk wel gemaakt moeten worden.



GERELATEERDE ARTIKELEN
Hoe kan Centre Céramique een online videoplatform inzetten?

Volg het Team HTC - Columbia via Google Maps

Als aanvulling op mijn vorige post. 'Toevallig' las ik via de blog van Google het bericht dat het nu mogelijk is om het wielerteam HTC - Columbia, wat deelneemt aan de Tour de France, te volgen via Google Maps. Weer een leuke manier om via Google Maps informatie te ontsluiten en kennis te delen. Voor wielerfans, zoals ik, die geinteresseerd zijn in het wel en wee van een bepaalde wielrenner tijdens de Tour kan dit een interessante optie zijn. Tenminste als straks ook de overige wielrenners op deze manier te volgen zijn. Wellicht iets voor de Tour organisatie.