maandag 30 augustus 2010

Management en andere overwegingen om van web 2.0 een succes te maken


In mijn voorgaande posts op dit blog heb ik al uitvoerig beschreven welke web 2.0 toepassingen we zouden kunnen gaan toepassen en hoe we deze kunnen implementeren. In deze post probeer ik een antwoord te geven op de vraag: Welke zaken zijn nog meer van belang om van de gekozen web 2.0 toepassingen een succes te maken? Gedeeltelijk zal onderstaande een overlap zijn van wat ik in mijn vorige posts al geschreven heb. Veel factoren die leiden tot een succes voor het toepassen van web 2.0 hebben niets te maken met techniek maar met menselijke factoren zoals...

  • Draagkracht binnen Centre Céramique
    Om van web 2.0 een succes te maken dient er voldoende draagkracht te zijn binnen onze organisatie. Allereerst zullen management en communicatieafdeling overtuigd moeten zijn van het nut van web 2.0. Zelfs een wereldberoemd consultancybureau als McKinsey deelt deze mening. Daarnaast zullen op z'n minst de medewerkers die de web 2.0 werkzaamheden gaan uitvoeren moeten geloven in web 2.0. Overtuigen van de organisatie kan door middel van het tonen van goede voorbeelden van collega bibliotheken die ook web 2.0 succesvol hebben toegepast.
  • Taken en werkdruk
    - Elke web 2.0 toepassing kost tijd. Het is dus belangrijk dat we goed nadenken over de werkzaamheden die er aan vast hangen en wie ze moeten gaan uitvoeren. De werkzaamheden zullen een onderdeel moeten gaan vormen van het takenpakket van de aangewezen personen. Iedereen binnen de organisatie zal zich hiervan bewust moeten zijn. Web 2.0 werkzaamheden mogen er niet zomaar wat bijhangen met de insteek dat als er toevallig wat tijd over is dat dan de medewerker er wat tijd aan mag (of kan) besteden. Indien dit laatste gebeurt dan is de kans groot dat web 2.0 binnen onze organisatie géén succes zal worden;
    - Benoem iemand die web 2.0 moet uitdragen binnen onze organisatie. Ik zie steeds meer functies specifiek gericht op web 2.0 en social media. Op de blog van Jeroen Bertrams stond laatst een post getiteld: 'Ontsla je marketing directeur; vervang hem door een community manager'. Bij onze bovenburen, het EJC, zag ik de vacature van community manager / editor en op de blog van Edwin Mijnsbergen las ik dat de Radboud Universiteit op zoek was naar een webredacteur social media. In mijn ogen duidelijke voorbeelden dat je web 2.0 er niet zomaar even bij doet.
  • Continuïteit borgen
    Het is een goede zaak om de (technische) aspecten van een web 2.0 toepassing te documenteren zodat werkzaamheden gemakkelijker overgenomen kunnen worden. Tevens is het ook verstandig om een tweede persoon verantwoordelijk te maken. Zo blijft niet alle kennis bij één persoon en blijft de continuïteit hierdoor beter gewaarborgd. Denk aan verlof, ziekte of als mensen de organisatie verlaten. Door meerdere mensen verantwoordelijk te maken creëer je overigens ook meer draagvlak.
  • Beleid en regels vaststellen
    Wellicht niet het meest populaire onderdeel maar wel noodzakelijk. Als er een probleem is dan kan het een goede ondersteuning bieden. Bijvoorbeeld een blogpost dat plotseling toch controversiëler is dan in eerste instantie werd gedacht. Wanneer gaan we dan deze post verwijderen? Wie maakt die beslissing? Welke opmerkingen en tags van ons publiek accepteren we en welke niet? Wanneer verwijderen we deze verkeerde opmerkingen of vragen we voor een aanpassing? Wanneer sluiten we iemand voorgoed uit?
  • Duurzaamheid: bewaren wat we creëren
    Zeker als we gebruik maken van andermans servers dienen we erover na te denken of we onze web 2.0 producten willen bewaren of niet en zo ja wat we dan precies willen bewaren. Bijvoorbeeld bij een blog willen we niet alleen de posts als tekst bewaren maar ook de bijbehorende afbeeldingen, video's en geluidsfragmenten. En willen we ook de reacties van ons publiek bewaren en de eventuele reacties van ons hierop? En wat te denken van de layout van de blog? Wat willen we van een wiki bewaren? Alleen de laatste versie of ook (alle) vorige edities en zijn we alleen geïnteresseerd in de teksten of ook in de look and feel van de wiki. Als we eenmaal besloten hebben wat we willen bewaren dan dienen we nog te bekijken hoe we dat kunnen realiseren. Ook dit zal van toepassing tot toepassing verschillen.
    Absoluut geen gemakkelijk onderwerp waar ik op dit moment ook niet alle antwoorden op heb maar een zoektocht op internet zal zeker antwoorden opleveren. De meeste web 2.0 toepassingen hebben ook forums, blogs en helppagina's waar wellicht ook duurzaamheid en backups behandeld worden. Een mogelijkheid voor het archiveren van blogs en websites biedt bijvoorbeeld archive-it.org.
  • Promotie
    Ik heb er al eerder over geschreven. Gaan we full swing van start of op een meer voorzichtigere manier. Uiteindelijk zullen we toch moeten bekijken met welke middelen we een web 2.0 toepassing gaan promoten naar ons publiek toe. Op de eerste plaats denk ik dan aan de middelen zoals we die nu al inzetten voor promotie zoals:
    - Jaarprogramma;
    - website;
    - maandprogramma;
    - online nieuwsbrief;
    - persberichten;
    - mondelinge reclame;
    - handtekening in onze e-mail berichten.
    Maar ook aan online middelen zoals:
    - aankondigingen op relevante discussielijsten, forums, websites, andere web 2.0 toepassingen die we al gebruiken;
    - social media buttons zoals add this.
    In ieder geval moet het voor het publiek duidelijk zijn dat we aan web 2.0 doen.
  • Web 2.0 denken
    Misschien wel het belangrijkste factor om van web 2.0 een succes te maken is door web 2.0 te denken. Wat houd dit volgens mij in?:
    - Geef medewerkers de vrijheid om in de baas zijn tijd met een persoonlijk account te experimenteren met nieuwe web 2.0 toepassingen. Zo leren ze nieuwe dingen die naderhand ook voor onze organisatie relevant kunnen zijn;
    - verwacht niet van iedere web 2.0 toepassing evenveel succes. De ene keer zal het succes groot zijn en de andere keer juist niet of duurt het veel langer voordat het een succes is;
    - durf te experimenteren en ben flexibel;
    - streef niet altijd meteen naar perfectie. Ons publiek zal waarschijnlijk wel accepteren dat inhoud en presentatie niet altijd perfect zijn;
    - hou de ontwikkelingen op het gebied van web 2.0 in de gaten. Dit geldt zowel voor toepassingen die we al gebruiken als voor nieuwe toepassingen en trends. Gespecialiseerde blogs en sites zoals Frankwatching, Hyped, ZDnet, Webwereld, Emerce en vakbladen kunnen hierbij helpen;
    - kijk bij (collega) organisaties voor voorbeelden. Hoe passen zij web 2.0 toe? En treed met hun in contact voor adviezen en om ervaringen te delen;
    - probeer met andere (collega) organisaties samen te werken aan een web 2.0 toepassing. Een blog of een wiki kan bijvoorbeeld gemakkelijk met meerdere instellingen samen onderhouden worden;
    - web 2.0 is niet een op zichzelf staand iets maar moet gerelateerd zijn aan de doelstelling(en) van onze organisatie. Met andere woorden het dient een onderdeel te vormen van onze communicatie en marketing doelen.

Uit bovenstaande overwegingen blijkt wel dat het toepassen van web 2.0 tijd kost en dat er een cultuuromslag binnen onze organisatie zal moeten plaatsvinden. Het is moeilijk om plotseling geheel web 2.0 te denken en te werken. Dit zal dan ook niet zonder slag of stoot gebeuren. De cursus 23 dingen is in ieder geval een goede start voor deze cultuuromslag. Begin van dit jaar dachten we misschien nog dat Facebook bij ons in het rek stond en nu weten we al beter ;-)


Deel|


GERELATEERDE ARTIKELEN
Centre Céramique en web 2.0

donderdag 26 augustus 2010

Meten is weten

Deze post zie ik als een brainstorm hoe web 2.0 inspanningen geëvalueerd en gemeten kunnen worden. Want wanneer zijn onze web 2.0 inspanningen nu succesvol? We kunnen een informatief sociaal netwerk hebben of we twitteren regelmatig nieuwe updates maar we hebben maar 25 volgers. Is het dan succesvol? En wat als het er 50, 100 of 500 zijn? En wat als we onze wiki regelmatig updaten maar alleen onze medewerkers maken er gebruik van, is het dan een mislukking?

Plannen hoe we gaan meten voordat we de web 2.0 toepassing daadwerkelijk gaan implementeren
Tot nu toe heb ik het op deze blog alleen gehad over de technische en inhoudelijke aspecten van web 2.0 toepassingen (Flickr, YouTube, Twitter, blogs en sociale netwerksites) die ik graag wil inzetten voor Centre Céramique.

Er over nadenkend is het toch belangrijk om van tevoren onze doelen / verwachte resultaten per web 2.0 toepassing te bepalen. Wat gaat het onze organisatie opleveren en waarom willen we er eigenlijk mee beginnen? En hoe en wat gaan we uiteindelijk meten.

Ik denk dat er twee manieren zijn om dit te meten:

1. De productie. Hoeveel hebben we uiteindelijk gepresteerd? Ik denk dan aan zaken als:
  • Hoeveel video's / foto's hebben we gemaakt en online geplaatst?
  • Hoeveel tweets?
  • Hoe vaak is onze wiki geupdate en uit hoeveel pagina's bestaat deze?
  • Hoeveel berichten zijn er geplaatst op onze sociale netwerken?
  • Hoeveel posts op onze blog(s)?
  • Hoeveel reacties hebben we gegeven?

2. De resultaten. Wat heeft het uiteindelijk opgeleverd? Ik denk dan aan zaken als:
  • Hoeveel volgers en fans hebben we?
  • Hoe vaak zijn onze video's en foto's bekeken?
  • Wat zijn de bezoekerscijfers van onze blog(s) of wiki?
  • Hoeveel reacties hebben we ontvangen?

    Maar ook abstractere resultaten zoals....

  • Worden (gedeeltes) van onze collectie meer gebruikt?
  • Zijn we op het internet beter terug te vinden?
  • Voelt het publiek zich meer betrokken bij Centre Céramique?
  • Heeft men meer waardering voor Centre Céramique en ons werk gekregen?
  • Heeft de input (bijv. taggen van onze foto's, reacties) van het publiek geleid tot meer voordelen voor de organisatie en ons publiek?
  • Is het inlichtingenwerk verbeterd door de toepassing van een wiki?

De noodzaak van het doen van een 0-meting
Als we web 2.0 willen toepassen dan dienen we er ook over na te denken hoe web 2.0 van invloed kan zijn  op onze huidige producten en dienstverlening. Bijvoorbeeld we maken instructievideo's over het gebruik van onze catalogus. Leidt dit dan tot minder vragen over de catalogus? We maken een wiki over Limburgse onderwerpen leidt dit dan tot meer gebruik van deze collectie en krijgen we minder vragen over deze onderwerpen aan de balie? Om bovenstaande voorbeeld vragen te kunnen beantwoorden moeten we natuurlijk wel al cijfers hebben voordat het web 2.0 project start. Anders kunnen we nooit naderhand meten wat het effect resultaat is. Dat zal niet altijd gemakkelijk zijn.

Effectief meten van web 2.0 resultaten
Veel web 2.0 toepassingen leveren statistieken. Al is het natuurlijk maar de vraag of dit voldoet aan onze wensen. Verder zijn er hulpmiddelen zoals Google Analytics (gratis) voor het meten van het gebruik van onze site, wiki of blog. Feedburner kan cijfers leveren over onze rss feed. Indien de web 2.0 toepassingen op onze eigen server zijn geïnstalleerd dan kan dit ook cijfers opleveren. De website counterguide.com biedt een overzicht van zowel gratis als betaalde statistiekprogramma's.

Verder dienen we er rekening mee te houden wat voor soort statistieken geleverd kunnen worden, bijvoorbeeld gebruik per maand of zijn het alleen maar totale statistieken, alleen maar voor een bepaalde periode (laatste 3 maanden / 6 maanden / 1 jaar) of oneindig.

Naast het meten van de productie en resultaten is het natuurlijk ook van belang om te kijken hoeveel uren dit ons gekost heeft. 

Maak verslag van succesverhalen
Zeker niet alles is te meten en daarom is het goed om ook de nadruk te leggen op successen die niet direct zichtbaar zijn bijvoorbeeld een positieve reactie / bedankje op onze blog of sociale netwerksite of retweets van onze tweets.

Zijn er reacties die er echt uitspringen dan is het handig om deze te verzamelen (bijvoorbeeld door een screenshot) en bijvoorbeeld te gebruiken voor ons jaarverslag, nieuwsbrief, folders, posters etc. Wel dienen we natuurlijk om toestemming te vragen of we de reactie mogen gebruiken.


Deel|

Hoe kan Centre Céramique gebruik maken van sociale netwerken zoals Hyves en Facebook?

De uitdaging voor Centre Céramique, ligt in de vraag welke rol sociale netwerken kunnen spelen in de digitale dienstverlening. Als fysieke dienst, is de Centre Céramique een gebouw waar mensen bij elkaar komen die informatie en boeken zoeken, een tentoonstelling of evenement bezoeken, een krant of tijdschrift komen lezen,  deelnemen aan een workshop, internetten (al dan niet via ons wifi-netwerk) of simpelweg een lekker kop koffie komen drinken. Maar die mensen kennen elkaar meestal niet, laat staan dat zij iets met elkaar delen of te delen (willen) hebben. Deze post is vooral gebaseerd op Facebook maar kan denk ik grotendeels ook gelden voor Hyves of andere sociale netwerken. Al denk ik wel dat we ons op Facebook en Hyves moeten richten. Facebook heeft als voordeel dat het ook meer internationaal gericht is en we hebben in Maastricht veel buitenlandse studenten en expats. Hyves is in Nederland toch nog steeds sociaal netwerk nummer één maar dat kan zo veranderen. Er gaan al genoeg stemmen op dat de tijd van Hyves voorbij is. Of dat zo is vind ik moeilijk om te beantwoorden. Feit is wel dat Hyves de hete adem van Facebook in zijn nek voelt en dat lang niet iedereen Hyves 'cool' vind.


Delen van informatie
Waarom dienen we als organisatie aanwezig te zijn op sociale netwerken? Op de eerste plaats omdat vele anderen ook op sociale netwerken actief zijn. Met relatief weinig inspanning kan onze organisatie gevonden worden door die miljoenen Hyvers en Facebook leden door een sociale netwerksite te creëren om informatie te delen. Denk aan....
  •  Algemene informatie zoals adres, contactinformatie, logo en natuurlijk de officiële website.
  • Inhoudelijke informatie en nieuws zoals foto's, filmpjes, links en nieuwtjes


Communicatie
Naast het delen van bovenstaande informatie kan er ook gecommuniceerd worden met onze 'vrienden'. In het geval van een organisatie is het wellicht beter om te spreken van fans. Dit is eigenlijk de essentie van sociale netwerken: het interactief bezig zijn met je netwerk.

Het belangrijkste element op Facebook hiervoor is "The Wall". Een soort prikbord waar alle acties die we op ons sociale netwerk doen chronologisch getoond worden. Een aanvulling op "The Wall" is het "Discussion board" oftewel het forum. De naam zegt het al hierop kunnen dus onderwerpen bediscussieerd worden door stellingen te plaatsen. Persoonlijk denk ik dat het moeilijk wordt om ons publiek te prikkelen om te reageren op stellingen. Ik denk dat het publiek sociale netwerken meer ziet als een uitingsmiddel om te laten zien waar men mee bezig is dan om bepaalde zaken te bediscussiëren. Dat het publiek lid wordt van sociale netwerken doet men omdat men wil laten zien aan anderen waar men mee bezig is, wat men leuk vind en wie men is. Discussies aangaan is dan toch al weer een stap verder. Op onze Hyves en Facebook pagina's wordt momenteel in ieder geval nooit gereageerd. Maar we hebben natuurlijk ook nog weinig leden omdat het nog officieuze pagina's zijn en intern nog niet besproken is om er echt tijd aan te besteden.

Desalniettemin zijn in mijn ogen sociale netwerken een uitstekende manier om onze organisatie zichtbaarder te maken en onze informatie te delen met anderen. Mits we er natuurlijk tijd in kunnen steken. Bezoekers van onze sociale netwerken kunnen zien wie onze fans zijn en hoe populaire we zijn. Onze fans kunnen onze informatie en onze sociale netwerken weer verspreiden onder hun eigen vrienden.  Zelfs als we dus geen actief sociaal netwerk hebben kan het hebben van een Facebook of Hyves pagina dus zeker van positieve invloed zijn voor Centre Céramique omdat meer mensen onze content onder ogen krijgen.

Het delen van informatie van andere web 2.0 toepassingen
Een belangrijke kracht van sociale netwerken is de mogelijkheid om content die we ontwikkeld hebben op andere web 2.0 toepassingen zoals blog, Flickr, YouTube of Twitter kunnen delen op onze sociale netwerken. Dit gaat via een zogenaamde app (=application). Jammer genoeg bieden de pagina's voor instellingen minder mogelijkheden dan pagina's voor individuele personen. Maar gisteren kwam ik er 'toevallig' achter dat Hyves nu ook aanbiedt dat een extern blog via een rss feed te koppelen is aan een Hyves pagina voor instellingen en dat er ook een koppeling met Twitter tot de mogelijkheden behoort. Bij de laatste plaats je content in de rubriek 'wie wat waar' en dan wordt het ook getoond op je Twitter. Dit ging vroeger niet. Met andere woorden de ontwikkelingen staan niet stil. Bij Facebook was de combinatie met Twitter overigens wel al mogelijk.

Wat is er nodig om een sociaal netwerk te starten?
Om goed beslagen ten ijs te komen zijn onderstaande stappen mijns inziens noodzakelijk.

  • Stap 1: Bekijk (of wordt zelf lid) van sociale netwerken
    Onderzoek de mogelijkheden, maak vrienden en wordt lid van een paar groepen. Eigenlijk wat we nu al doen met de cursus 23 dingen. Met andere woorden acclimatiseren en integreren in sociale netwerken. Als het vertrouwd voelt wordt het tijd voor stap 2.
  • Stap 2: Onderzoek welke mogelijkheden de sociale netwerken voor organisaties hebben. 
    Ik merkte hierboven al op dat pagina's voor instellingen minder mogelijkheden hebben dan pagina's voor individuele leden. Ook het bekijken van pagina's van collega instellingen kan helpen om de mogelijkheden te ontdekken.
  • Stap 3: Maak een organisatie account aan
    Vul het profiel zo veel mogelijk in: voeg een logo of foto toe, contactgegevens, openingstijden, beschrijf de organisatie, voeg wat foto's en / of video's toe zodat de bezoekers beter begrijpen waar onze organisatie voor staat.
  • Stap 4: Bekijken / onderzoeken van de apps / widgets die zijn toe te voegen
    Hier is het denk ik vooral interessant om te onderzoeken of content van onze andere web 2.0 toepassingen zoals Flickr, YouTube, Twitter, blogs etc. in het sociale netwerk geïntegreerd kunnen worden. Zo gebruik je de content opnieuw zonder dat dit extra werk kost. Ons sociale netwerk blijft hierdoor levendig want alleen dan zal het publiek onze sociale netwerksite bezoeken en terugkomen.
  • Stap 5: Promotie
    Onze sociale netwerksite zal actief gepromoot worden bijvoorbeeld via onze officiële site maar ook via onze andere web 2.0 toepassingen, digitale nieuwsbrief, digitale handtekening in onze mail en ook in onze gedrukte promotiemiddelen zoals jaarprogramma, maandagenda etc. Het publiek moet het eigenlijk overal tegenkomen.
  • Stap 6: Regelmatig nieuwe content plaatsen
    Er zal redactie gevoerd moeten worden en regelmatig zal er nieuwe content geplaatst moeten worden over wat er allemaal te doen is in Centre Céramique en haar filialen. Met ander woorden er zal iemand verantwoordelijk moeten zijn voor de centrale redactie en binnen Centre Céramique zal afgesproken moeten worden dat de verantwoordelijke voor een tentoonstelling, evenement, workshops, collectie etc. niet alleen een persbericht inlevert bij PR en de agenda vult op de officiële site maar ook content plaatst op onze sociale netwerksite. Na afloop van zijn of haar activiteit zullen er dan ook weer foto's / video's geplaatst dienen te worden door diezelfde persoon.
  • Stap 7: Proberen interactie te creëren met je publiek
    Dit kan geprobeerd worden door vragen aan ons publiek te stellen, maar ook door te antwoorden op reacties / vragen vanuit het publiek. Ook hiervoor zal iemand verantwoordelijk moeten zijn. Wie kijkt of er reacties zijn en wie gaat ze beantwoorden?
  • Stap 8: Het bijhouden van de ontwikkelingen
    Door regelmatig de app / widget store te doorlopen, door te kijken bij collega instellingen en de blog of helpfunctie van het sociale netwerk te lezen blijven we op de hoogte van nieuwe (technische) ontwikkelingen die wellicht weer zijn te gebruiken.

Gedeeltelijk zijn bovenstaande stappen al uitgevoerd. Meerdere collega's zijn al op individuele basis druk in de weer op Facebook en Hyves. Ook is al (gedeeltelijk) onderzocht wat de mogelijkheden zijn voor een instelling. Dit is echter op dit moment op experimentele basis en een gestart door een aantal enthousiaste collega's die geïnteresseerd waren in de eventuele mogelijkheden. Als Centre Céramique aanwezig wil zijn op sociale netwerken dan zal in ieder geval intern besproken moeten worden wie wat gaat doen en hoeveel tijd men er voor krijgt. Het werk zal structureel moeten zijn en mag er niet zo maar wat bij hangen. Net zoals het bijhouden van een 'gewone' site kost ook het bijhouden van een sociale netwerksite tijd. Het zou in ieder geval goed zijn om collega's die nu ook al aan (voorbereidende) pr doen ook toegang te geven tot de sociale netwerksite(s) en dat ze zelf hun content kunnen plaatsen.

Deel|


GERELATEERDE ARTIKELEN
Mijn ervaringen met sociale netwerken
Een pagina delen via sociale netwerken

woensdag 25 augustus 2010

Foursquare

De naam Foursquare kwam ik de laatste tijd steeds vaker tegen maar nog niet echt de tijd gehad om me er in te verdiepen.

Foursquare is een online dienst die mobiel gebruikt wordt. De gebruiker checkt in via een mobiele applicatie op de plaatsen waar hij komt. Als die locatie nog niet eerder door iemand is ingevoerd, dan kun je deze zelf invoeren. Wie het vaakst op eenzelfde locatie komt, wordt burgemeester – mayor – van die plek. Zo wordt een ware wedloop ontketend op populaire locaties, die kunnen variëren van kroegen, musea tot aan supermarkten.



Tja wat moet je er nu mee? Dat was natuurlijk mijn eerste gedachte. De enige manier om dit uit te vinden is om me aan te melden. Na mijn aanmelding, wat snel gedaan is,  kun je zien of je 'vrienden' op Facebook, Twitter of in je adresboek van je iPhone ook al gebruik maken van Foursquare. Zo kun je zien waar ze uithangen en of ze wellicht dicht in de buurt zijn. Foursquare kan je zelfs een seintje geven.

Daarna eens even gekeken wat er zo al in mijn buurt gefoursquared werd. Zo lees ik dat een zekere Captain C elke vrijdagochtend naar de weekmarkt in Hoensbroek gaat en zijn favoriet de Turk op de hoek nabij de rotonde is omdat die zo´n heerlijke knoflooksalade en Turks brood heeft. En dat Wendy heerlijk gegeten heeft bij Wok Paradiso. Maar zelfs Centre Céramique is al bezocht door een Foursquare fan en de mayor van onze organisatie is een zekere La M.

Een mayor is iemand die het meest op een bepaalde plek komt. Ieder ander die op die locatie incheckt maakt kennis met de mayor. Zo kun je nog beroemd worden ;-). Verder kun je medailles en punten verdienen. Voor een overzicht van de medailles klik hier. Ik kan me voorstellen, dat als je competitief bent ingesteld, dat dit wel stimulerend werkt. Toch vraag ik me af wat ik met een fenomeen als Foursquare moet. In een artikel van de Volkskrant werden een aantal voorbeelden gegeven. Zo gaf Selexyz aan bezoekers een gratis bestseller als zij op Foursquare incheckten in de winkel waar zij waren en voor andere gebruikers een boekentip achterlieten. Andere organisaties geven korting aan de mayor. Zo zouden we als Centre Céramique een gratis abonnement kunnen weggeven, of een korting bij een evenement en wat te denken van een gratis kop koffie. Misschien kunnen we ook wel een landelijke Bibliotheek Foursquare dag organiseren en op deze manier leden werven. Op Foursquare kun je in ieder geval als organisatie een account aanmaken en dan in onderstaand formulier vermelden welke voordelen je hebt voor je Foursquare publiek.



Ik ga er in ieder geval de komende tijd eens proberen om er gebruik van te maken. Puur om er wat ervaring mee op te doen en wie weet wordt ik nog de mayor van Centre Céramique ;-)

donderdag 19 augustus 2010

Mijn ervaringen met muziek online beluisteren in een sociaal netwerk

Muziek luisteren. Je gelooft het of niet maar het is niet echt mijn ding. 2 liedjes per dag luister ik tegenwoordig bij het opstaan :-). Ok en soms luister ik muziek op mijn iPhone als ik dat saaie, 25 minuten, fietstochtje naar het centrum van Heerlen maak. Jaren geleden heb ik al mijn lp's aan mijn zus cadeau gedaan. Het waren er 12. Mijn cd-speler hapert al circa één jaar, vind de cd / dvd niet en die zit er toch echt in. Ik heb zelf geprobeerd het te repareren en dat was ook nog gelukt maar ik moet regelmatig opnieuw de cd-speler open schroeven want het euvel steekt dan weer de kop op. Maar helemaal A-muzikaal ben ik nu ook weer niet. Regelmatig ga ik naar een concert (klassiek, popjazz) of een festival als Pinkpop (Classic), Booch of ParkCity Live. Ik ben dus meer van de live muziek. Muziek komt gewoon beter tot z'n recht in een kroeg of club, of nog beter op een echt poppodium of theater met goede akoestiek. Je ziet de muzikanten spelen en het publiek genieten. Met andere woorden muziek is ook een sociaal gebeuren en dat miste ik tot nu toe bij het luisteren naar muziek bij mij thuis.

Spotify
Enige maanden geleden heb ik, gestimuleerd door al de publiciteit wat het kreeg, Spotify gedownload en al eens vluchtig bekeken. Maar wegens tijdgebrek en 'liefde' voor de muziek heb ik het niet echt diep bestudeerd. Afgelopen week toch maar eens wat dieper op de materie ingegaan. O.a. mijn iTunes library geïmporteerd, favorieten aangemaakt, biografieën van bands en muzikanten bekeken, bij een artiest gerelateerde artiesten bekeken en een afspeellijst [alléén te gebruiken als je ook een Spotify account hebt] gemaakt. Verder kun je Spotify koppelen met je Facebook account. Hier komt het sociale ook om de hoek kijken. Door Spotify te koppelen met je Facebook account kun je zien welke van je vrienden ook een Spotify account hebben. Bij deze vrienden kun je dan weer zien welke muziek zij afspelen en kun je hun afspeellijsten beluisteren. Verder kun je mensen ook tippen op muziek bijvoorbeeld door muziek door te sturen binnen Spotify. Ook via Twitter of Facebook kun je laten weten naar welke nummers je luistert. Je Twitter of Facebook vrienden kunnen dan de attenderingen beluisteren, mits men een Spotify account heeft. Er is één nadeel namelijk de reclame die je tussen de liedjes hoort. Toch maar kiezen voor een betaalde versie?

Last.fm
Naast Spotify ook Last.fm bekeken en ook hier een eigen profiel aangemaakt. Ik heb het niet echt 100% met Spotify vergeleken maar veel van bovengenoemde zaken die je met Spotify kunt doen zijn volgens mij ook met Last.fm mogelijk. Last.fm is wel meer webbased dan Spotify. Je kunt in ieder geval ook de content van een account bekijken als je verder niets doet met Last.fm. Persoonlijk vind ik Spotify prettiger in gebruik maar waarschijnlijk komt dit ook omdat ik al gewend ben aan de lay-out van iTunes en daar lijkt Spotify sterk op.

Online muziekdiensten voor Centre Céramique?
Ik ben van mening dat we best iets kunnen doen met online muziekdiensten. We kunnen wel de kop in het zand steken, 
en vasthouden aan onze cd collectie, en net doen of online muziekdiensten niet bestaan. Het feit is dat ze wel bestaan en dat mensen er gebruik van maken. Er zijn ook al een aantal bibliotheken die er gebruik van maken. Zo is er Bibliotheek Breda die gebruik maakt van Spotify. Zij hebben de volgende filosofie:


"Als bibliotheek vinden wij het belangrijk om de digitale ontwikkelingen op de voet te volgen en waar mogelijk toe te passen in onze dienstverlening. Deze ontwikkelingen hebben een enorme impact op de wijze waarop mensen tegenwoordig in hun muziekbehoefte voorzien. Hierdoor worden er ook andere eisen gesteld aan onze muziekafdeling. Het attenderen op nieuwe mogelijkheden van muziekbeleving is daar één van. Spotify is hiervan een uitstekend voorbeeld. Niet alleen willen wij op deze wijze ons enthousiasme over dit nieuwe medium met u delen, maar ook kunnen wij onze collectie op een eenvoudige manier extra voor het voetlicht halen"


Ik zou het niet beter kunnen verwoorden. Bibliotheek Breda maakt in Spotify afspeellijsten aan met songs die op hun nieuwe cd's staan. Wanneer je dus een eigen Spotify-account hebt kun je bibliotheek Breda als "vriend" toevoegen waardoor je meteen toegang krijgt tot hun afspeellijsten. Uiteraard doet Dok Delft ook iets met online muziekdiensten. Zo hebben ze een eigen Last.fm account maar ze zijn ook op Spotify te vinden. Dok Delft maakt bijvoorbeeld afspeellijsten van muziekevenementen als Lowlands. Ook een mooie manier om het publiek te attenderen op hun eigen cd-collectie en op muziekevenementen en ontwikkelingen. Voor mij zijn het in ieder geval voorbeelden hoe ook Centre Céramique Spotify of Last.fm kan inzetten: Ons publiek door middel van afspeellijsten te attenderen op onbekende muziek, aanwinsten of (lokale) muziekevenementen zoals Jazz in Maastricht, Pinkpop, André Rieu op het Vrijthof etc. etc. Ik heb nog even mijn twijfels wie van de twee we moeten inzetten (of wellicht een andere online muziekdienst?). Misschien maar allebei om te starten en kijken wat het beste loopt. Spotify is vrij nieuw in Nederland en misschien nog niet populair genoeg ten opzichte van Last.fm. Maar onze muziekbibliothecarissen zullen hier wel tijd voor moeten krijgen. Al hoeft het denk ik niet veel tijd te kosten. Onze afspeellijsten kunnen we ook sturen naar onze Facebook site, Twitter account of gewoon een button, zoals hieronder, op onze site plaatsen.

Naast afspeellijsten zouden we ook Spotify kunnen installeren op onze publiekspc's. Mensen zouden onze pc's dan ook kunnen gebruiken om met hun eigen Spotify account  muziek op de pc's te beluisteren. Ik heb nog even met de gedachte gespeeld om een Spotify Unlimited account van 5 euro per maand te nemen zodat ook mensen die geen eigen Spotify account hebben toch, binnen de bibliotheek, gebruik kunnen maken van Spotify. Het probleem is echter dat als we een Spotify met een account van Centre Céramique aanbieden men dit ook kan manipuleren bijvoorbeeld het wachtwoord veranderen. Niet erg handig dus. Ik heb geen mogelijkheid ontdekt om dit af te schermen.

Een andere mogelijke toepassing van een online muziekdienst is om de aquabrowser bibliotheeklimburg.nl te verrijken met gegevens van Last.fm zoals dit ook gebeurd is bij zoeken.bibliotheek.be. Zoals al beschreven staat op de 23 dingen site.

Met andere woorden online muziekdiensten zoals Last.fm en Spotify bieden zeker mogelijkheden voor bibliotheken. Ik ben benieuwd of jullie nog andere ideeën hierover hebben.
Follow me on Spotify














zondag 15 augustus 2010

Hoe kan Centre Céramique een wiki inzetten?

Een wiki is een website waarop gebruikers samen kunnen werken aan een document of een website. Zij kunnen eenvoudig content toevoegen, bewerken en verwijderen. Als ik aan een wiki denk dan zijn er volgens mij eigenlijk twee soorten wiki's, namelijk:

1. Een wiki die eigenlijk alleen maar wordt onderhouden door onze medewerkers en...
2. Een wiki waarvan we hopen dat deze gaat groeien door bijdragen van externen. In principe kan het publiek altijd, bij beide soorten wiki's, bijdragen leveren.

Ik heb niet echt de illusie dat externen meteen massaal gaan meewerken aan onze wiki. Daarom lijkt het me een goede start om met wikisoort 1 te beginnen. Indien er meer geïnteresseerden en gebruikers zijn dan treedt wikisoort 2 vanzelf wel in werking. Ik zou zelf willen starten met een wiki rond een onderwerp waar we al veel expertise en collecties over hebben bijvoorbeeld Limburgensia. "Toevallig" ook een speerpunt van onze organisatie.

De wiki zou een aantal Limburgse en Maastrichtse onderwerpen (bijv. bruggen van Maastricht, de mijnen, Petrus Regout etc.) dienen te behandelen met op de eerste plaats verwijzingen naar collectie en internetbronnen. Naderhand zou zo'n dossier uitgebreid kunnen worden met eigen tekstmateriaal. Alhoewel het publiek natuurlijk de mogelijkheid moet hebben om aanvullingen te doen zullen de (Limburgensia) medewerkers van Centre Céramique toch het hoofdwerk moeten verrichten. Eventueel aangevuld met bijdragen van externe deskundigen bijv. door medewerkers van het RHCL en SHCL. Hierdoor krijgt het publiek, maar ook onze inlichtingenmedewerkers, een mooi overzicht van (digitale) bronnen over specifieke Limburgse onderwerpen. Men krijgt als het ware een stukje informatie op maat aangeboden en kan dus een geweldig hulpmiddel zijn bij het inlichtingenwerk. Ook onze catalogus dient hierin natuurlijk te worden meegenomen waardoor deze uiteindelijk beter door Google zal worden geïndexeerd. Dieplinken naar onze catalogus dient dan wel mogelijk te zijn. Verder zal, de nog te ontwikkelen wiki, ook op onderwerp in onze catalogus ontsloten dienen te worden.

De hierboven beschreven wiki kan vanzelf uitgroeien tot de tweede soort wiki. Indien maar genoeg mensen er gebruik van maken en bekend zijn met de wiki dan zullen er altijd wel mensen bijzitten die hun steentje willen bijdragen. Dit kunnen we extra stimuleren door in de wiki te verwijzen naar collecties van andere Limburgensia organisaties zoals LGOG, RHCL, SHCL en Rijkheyt. Dan is er ook een grotere kans dat medewerkers van deze instellingen een bijdrage willen leveren aan de wiki en wellicht de wiki ook gaan promoten onder hun publiek. Zodat uiteindelijk onze (gezamenlijke) collecties meer gebruikt gaan worden. Maar voordat we van start gaan is het denk ik goed om onderstaand stappenplan te doorlopen.

Wat is er nodig om een wiki te starten en om deze te continueren?
Onderstaande stappen (en overwegingen) zijn naar mijn  mening nodig om een wiki te starten en succesvol te continueren:

  • Stap 1: Definiëren van de wiki
    Voordat we starten dienen we een antwoord te hebben op onderstaande vragen:
    a. Waarom een wiki?
    b. Over welk onderwerp en eventuele subthema's?
    c. Wat hopen we met de wiki te bereiken?
    d. Welke extra waarde zal de wiki hebben voor het publiek? En voor onze medewerkers.
    e. Wat zal het publiek motiveren om (eventueel) mee te werken?
    f. Voor welk publiek gaan we eigenlijk de wiki maken?
  • Stap 2: Rollen en verantwoordelijkheden bepalen
    Wie gaat er inhoudelijk werken aan de wiki en wie is er verantwoordelijk voor de technische ondersteuning? Komt er een hoofdredacteur? Wie reageert op reacties en bijdragen van externen? Wie wordt er verantwoordelijk voor de promotie van de wiki? En hoeveel tijd krijgen de aangewezen personen? Het is belangrijk dat deze goed afgesproken worden voordat er echt met de wiki gestart wordt. Een wiki heeft, net als een blog, continue aanvullingen nodig zodat het publiek blijft terugkomen. De medewerkers die aan de wiki gaan werken moeten de waarde van de wiki inzien voor henzelf, voor de andere medewerkers en voor ons publiek.
  • Stap 3: Hosting en wiki software bepalen
    Net zoals een blog is het starten van een wiki vrij gemakkelijk. Er zijn voldoende (commerciële) wiki sites die zowel software als hosting bieden. Een kwestie van registeren en een goede naam voor de wiki bedenken. Er kan ook een wiki gestart worden met zoiets dergelijks als mediawiki. Maar dan dient er wiki software op een server geïnstalleerd te worden. Dit maakt het ingewikkelder en dienen we ons zelf de volgende vragen te stellen: Hebben we deze technische kennis in huis en is er een server beschikbaar die wiki software toelaat. Het voordeel is wel dat we veel beter de layout en stijl van de wiki kunnen bepalen dan als we kiezen voor een commerciële wiki site.
  • Stap 4: Bepalen van de identiteit van de wiki
    Waarschijnlijk hebben we de naam van de wiki al in stap 3 gekozen. Zo niet dan dient het in deze stap te gebeuren. Tevens dienen we te bepalen hoe onze hoofdpagina eruit moet zien qua tekst maar ook qua afbeelding(en). Verder is natuurlijk ook het lettertype, kleur, layout van de pagina en eventueel en logo van belang.
  • Stap 5: Bepalen van de structuur van de wiki
    Een moeilijke structuur is niet echt nodig. Zelfs niet echt wenselijk. Naderhand is de structuur van de wiki altijd aan te passen maar het is toch goed om van tevoren de hoofdstructuur te bepalen.
  • Stap 6: Opbouwen van de wiki
    Nadat de hoofdstructuur bepaald is kunnen de pagina's gemaakt worden en eventueel onderling gelinkt worden.
  • Stap 7: Bepalen van een redactiestatuut
    Hoeveel vrijheid krijgen externen om artikelen aan te passen. Moet men zich registreren om aanpassingen te mogen doen? Moet men eerst de voorwaarden accepteren? Worden veranderingen pas online gezet als ze gecontroleerd zijn? Sluiten we bepaalde pagina's voor externe aanpassingen en zo ja waarom? Allemaal vragen die we ons zelf moeten stellen.
  • Stap 8: De wiki openen voor publiek
    Hoe gaan we de wiki openen? Starten we geruisloos / voorzichtig zodat we eerst nog wat ervaring kunnen opdoen? Of gaan we meteen full swing van start? En hoe gaan we dan de wiki promoten? Met welke middelen?
  • Stap 9: Controleren van de wiki
    Aanpassingen / reacties die door externen gemaakt worden zullen gecontroleerd moeten worden. Verder zullen de beslissingen gecommuniceerd moeten worden en er antwoord gegeven moeten worden op eventuele vragen die gesteld worden.
  • Stap 10: Toevoegen van nieuwe content
    Regelmatig zal er nieuwe content aan de wiki toegevoegd moeten worden om het interessant te houden.


GERELATEERDE ARTIKELEN
Mijn ervaringen met wiki's

vrijdag 13 augustus 2010

Wisestamp: een handig promotiemiddel voor web 2.0 toepassingen

Ik heb ondertussen al veel geschreven over web 2.0 toepassingen voor mezelf en voor Centre Céramique. Regelmatig vermelde ik ook dat je aan promotie moet doen. Tenslotte is het belangrijk om mensen te laten weten dat je blogt, twittert, hyved, facebooked of dat je je foto's op Flickr plaatst. Een makkelijke manier om dit te doen is in je digitale handtekening van je e-mail. Dit kan tegenwoordig heel makkelijk met bijvoorbeeld Wisestamp. Zie ook het filmpje hieronder.



Ik kan me dus voorstellen dat alle medewerkers van Centre Céramique straks in hun digitale handtekening ook de icoontjes geplaatst hebben van de web 2.0 toepassingen die we gaan gebruiken. En we mailen wat af met z'n allen :-) Zie voor een voorbeeld mijn eigen digitale handtekening hieronder.

maandag 9 augustus 2010

Hoe kan Centre Céramique een online videoplatform inzetten?

Misschien wel één van de meest populaire aspecten van web 2.0 zijn de zogenaamde videoplatforms zoals bijvoorbeeld YouTube en Vimeo.

Centre Céramique zou video kunnen inzetten op de manier zoals we ook eventueel Flickr kunnen inzetten. Dit heb ik eerdere beschreven in mijn post: Hoe kan Centre Céramique Flickr inzetten? Met andere woorden het delen van informatie over speciale (erfgoed)collecties, activiteiten, evenementen en uitleg over Centre Céramique bijvoorbeeld in de vorm van videorondleidingen en/of instructievideo's.

Een video maken is natuurlijk wel wat ingewikkelder dan foto's op Flickr plaatsen maar een goede video zal wel duidelijker zijn dan een fotoverzameling over een bepaald onderwerp. Onderstaand stappenplan om video succesvol te kunnen inzetten is gebaseerd op YouTube maar zal ook grotendeels gelden voor andere videoplatforms.

Wat is er nodig om van video een succesvolle web 2.0 toepassing te maken?
  • Stap 1: Bepalen waar we video's over gaan maken
    En hiermee doel ik niet alleen op speciale collecties, actuele zaken zoals expo's en activiteiten, het gebouw etc. maar ook wat willen we per onderwerp laten zien? En voor wie is het bedoeld? Later in stap 5 kan dit verder uitgewerkt worden.
  • Stap 2: Gluren bij de buren
    Hoe doen soortgelijke organisaties het en wat vinden we daar goed aan? Ik denk dan aan DOK Delft's  YouTube en Vimeo kanaal, Bibliotheek Waterweg . Maar ook aan buitenlandse bibliotheken en erfgoedinstellingen zoals Library of Congress, George Eastman House of de National Library of Scotland. Het bekijken van andere kanalen en filmpjes kan veel inspiratie opleveren en  mede bepalen wat we zelf precies wensen te bereiken met ons kanaal.
  • Stap 3: Welke videosite(s) gaan we gebruiken?
    Op dit moment is YouTube de marktleider en meeste mensen gebruiken dan ook YouTube. Belangrijk is het echter om te kijken welke mogelijkheden iedere videosite heeft (bijv. wat is de limiet om video's te uploaden, layout van de videosite en de mogelijkheden om deze aan te passen aan onze eigen wensen, wat zijn de mogelijkheden om video's te delen en te becommentariëren).
  • Stap 4: Het aanmaken van een account
    Het opzetten van een account is vrij eenvoudig en binnen een paar minuten gepiept. We hebben dan ook meteen een eigen kanaal waar we natuurlijk onze eigen video's naar toe kunnen uploaden maar waar we ook onze favoriete video's kunnen laten zien en contact kunnen houden met onze 'vrienden'. Belangrijk bij het aanmaken van een account en het inrichten van het kanaal zijn de volgende zaken:
    - Het kiezen van een naam. Voor de hand ligt het om hier voor 'Centre Céramique' te kiezen.
    - Uploaden van een logo of afbeelding van het gebouw
    - Het profiel zoveel mogelijk invullen: informatie over Centre Céramique, waar staan we voor, link naar onze officiële site, contactinformatie etc.
    - Welke rechten en privacy instellingen zijn er en in hoeverre willen wij (of juist niet) onze gebruikers begrenzen?
    - Bekijken in invullen van de mogelijkheden om het kanaal zo goed mogelijk te laten aansluiten op onze huisstijl.
  • Stap 5: Het creëren van video's
    Waarschijnlijk het meest uitdagende  en moeilijkste onderdeel. Het proces van het maken van een goede video lijkt me complex. Nader onderzoek hoe een succesvolle video gemaakt moet worden zal zeker nodig zijn. Een bezoek brengen aan collega organisaties die al met dit bijltje gehakt hebben is zeker geen slecht idee. Misschien dienen enkele van onze medewerkers een korte videocursus te volgen of hebben wij deze deskundigheid al in huis?
  • Stap 6: Het uploaden van video's
    Dit is relatief eenvoudig. Na het uploaden dienen er wel titels, omschrijvingen, tags en wellicht andere metadata aan de video's te worden toegevoegd. Belangrijk om te doen zodat de vindbaarheid van onze video's beter wordt. Op Frankwatching schreef Klaas Knook een interessante post over het optimaliseren van video's. Een soortgelijk artikel is geschreven door Annelies Verhelst op Marketingfacts.
  • Stap 7: Monitoren van reacties
    Hoe en wie gaat er reageren op eventuele reacties op onze video's?


Deel|


GERELATEERDE ARTIKELEN
Mijn ervaringen met YouTube

vrijdag 6 augustus 2010

Historypin: maak een reis in een digitale tijdmachine

Deze week viel mijn oog op een kort artikeltje in het Limburgs Dagblad over de site Historypin. Een mashup tussen Google Maps, Streetview en een online beeldarchief. Bezoekers worden uitgenodigd hun oud beeldmateriaal te plaatsen op de kaart om zo het grootste user generated beeldarchief online te worden.

Een verrassend leuke site. In het LD werd het vergeleken met een soort digitale tijdmachine die het vroeger en nu samenbrengt en daar heeft het inderdaad wel wat van weg. Je ziet oude foto's van straatbeelden geprojecteerd in het hedendaagse beeld. Door deze combinatie ontstaat de mogelijkheid om de historische foto's te vergelijken met de situatie zoals die tegenwoordig bestaat. Klinkt ingewikkeld? Surf naar Historypin en alles wordt duidelijk of kijk naar onderstaand filmpje.



De gedachte achter Historypin is om de jongere generaties en ouderen meer met elkaar te verbinden via de digitale wereld. Een mooi streven denk ik maar of het gaat lukken? Wellicht als veel ouderen hun oude schoenendozen met foto's massaal inscannen en scholen Historypin gaan gebruiken bij hun geschiedenislessen. Het aantal Limburgse foto's valt helaas nog wat tegen. Van Maastricht, de oudste stad van Nederland, zijn er zelfs nog helemaal geen foto's geplaatst. Werk aan de winkel voor de Limburgse archieven zoals het Regionaal Historisch Centrum Limburg en Reijckheyt.

Deel|

zondag 1 augustus 2010

iGoogle

Voor ding 17 'bekijk een web 2.0 site naar keuze' heb ik gekozen voor iGoogle. Ik heb nog wel even wat voorbeelden bekeken die op de 23 dingen site worden aangereikt maar ik moet eerlijk zeggen ik zie door de bomen het bos niet meer :-) Zoveel keus is er. Wel natuurlijk een duidelijke indicatie dat web 2.0 niet meer weg te denken is op het internet. De beste (?) zullen vanzelf komen bovendrijven denk ik dan maar.

Ergens in 2005 startte Google met een persoonlijke startpagina. In mei 2007 doopte Google de ‘personalized homepage' om tot iGoogle. Ik gebruik iGoogle al enige jaren. Al is het alleen maar al omdat ik iedere dag een nieuw schilderij kan bewonderen met de gadget 'Art of the day'. Andere favoriete gadgets zijn 'memo' zodat ik verlost ben van al die post-it blaadjes waar ik vroeger mijn aantekeningen op maakte en die ik ook vaker kwijtraakte :-) en de gadget 'Google reader' zodat ik in één oogopslag kan zien als een rssfeed vernieuwd wordt. Verder heb ik ooit 'zelf' een gadget gemaakt van de Limburgse Aquabrowser. Niet dat ik nu zo'n programmeur ben maar een broncode aanpassen kan ik nog wel.

Mijn iGoogle pagina

Je eigen iGoogle Startpagina maken. Hoe doe je dat nu?
De link van iGoogle staat beetje onopvallend weggestopt in het menu rechtsbovenin de Google zoekmachine. Ga naar http://www.google.nl/ en klik op de link iGoogle. Er verschijnt nu een apart venster waarmee je je startpagina kunt maken in 30 seconden. Maar langer mag natuurlijk ook. In dit venster geef je als eerste op waar je interesses liggen. Nieuws en gadgets in die categorieën zullen automatisch op uw pagina terug te vinden zijn. Dit is later eventueel weer aan te passen. Kies de gewenste categorieën. Selecteer vervolgens een thema voor de startpagina. De pagina zal volgens dit thema aangekleed worden. Tot slot kies je een locatie. Nederland zal standaard al zijn ingevuld. Jou favoriete plaats moet je nog zelf opgeven. Met deze plaats zal rekening worden gehouden bij het tonen van bepaalde informatie op de startpagina. Als je woonplaats er niet bij staat, kun je eventueel een plaats in de buurt kiezen. Als alles naar wens is ingevuld, klik je op 'Uw pagina bekijken'.

Je eerste iGoogle versie bekijken
Je ziet nu de eerste versie van jou iGoogle. De gadgets op iGoogle zijn in eerste instantie voor iedereen hetzelfde. Aan de hand van je opgegeven interesses zie je links op de pagina een aantal opties die toegang bieden tot meer informatie in de betreffende categorie. Klik op een van deze links, bijvoorbeeld Nieuws, en je krijgt alleen informatie te zien die hiermee te maken heeft. Klik op de link Startpagina om de volledige startpagina weer te zien.

Je iGoogle pagina aanpassen
iGoogle kun je naar je eigen smaak aanpassen. Als je bijvoorbeeld niet helemaal tevreden bent over de aankleding van de pagina, zet je een gadget gewoon op een andere plek: Houd de muisaanwijzer in de  titelbalk van een gadget, naast de knop met het pijltje omlaag. De muispijl verandert nu in vier pijlen.
Druk de muisknop in en sleep de gadget naar een andere plek.

Als je een gadget niet meer op je pagina wilt hebben, verwijder je hem simpelweg: Klik in de titelbalk op de knop met het pijltje omlaag. Er verschijnt een menu. Klik op Deze gadget verwijderen. Klik op OK.
Er verschijnt nu nog een bericht bovenin de startpagina met de tekst: De inhoud “…” is verwijderd. Klik op Sluiten.

Je kunt ook nieuwe gadgets toevoegen aan je iGoogle: Klik rechtsboven op de pagina op de optie Items toevoegen. Je ziet een aparte pagina met gadgets. Om meer informatie te lezen, klik je op de link bij een gadget. Om een gadget toe te voegen: klik op de knop Nu toevoegen. Klik links bovenin de pagina op Terug naar iGoogle-startpagina. De gadget is toegevoegd.

Wil je je eigen iGoogle meer sfeer geven? Ook het thema van iGoogle is te veranderen:
Klik rechtsboven op de pagina op Thema ... wijzigen.
Klik op Nu toevoegen bij een nieuw thema.

Google is overigens niet de enige partij die een persoonlijke startpagina aanbiedt. Ook bij partijen als Yahoo en Netvibes kun je een persoonlijke startpagina aanmaken, evenals sociale netwerken als Facebook of Hyves. Widgets en kleine applicaties duiken overal op zelfs straks bij de vernieuwde bibliotheek.nl zoals bijvoorbeeld deze literaire activiteiten gadget die als test werd ontwikkeld.


Deel|