maandag 26 april 2010

Scan een boek met je iPhone en vind het in de bibliotheek met WorldCat

iPhone-gebruikers kunnen nu de gratis pic2shop applicatie downloaden om barcodes van boeken te scannen en via WorldCat plaatselijke bibliotheken te vinden die de titel bezitten. Ideaal wanneer je iemand in de trein van een boek ziet genieten of een interessante uitgave tegenkomt op bezoek bij vrienden.

De pic2shop app was oorspronkelijk ontworpen als mobile app voor consumenten die graag prijzen vergelijken bij het winkelen. Een gebruiker scant de barcode van bijvoorbeeld een boek met zijn iPhone en kan de prijzen vergelijken bij verschillende leveranciers – nu kan hij ook zien of het boek bij de lokale bibliotheek op de plank staat. De app gebruikt de WorldCat Search API en WorldCat Registry API om de gegevens te leveren van de dichtstbijzijnde bibliotheek met een holding voor het item in WorldCat, de grootste bibliotheekcatalogus ter wereld. Ook locatie en routebeschrijving zijn beschikbaar.

pic2shop is ontwikkeld door Vision Smarts, een IT-bedrijf in België, en was de eerste iPhone app die UPC- en EAN-codes kan lezen. Deze applicatie breidt het aanbod van boekbarcode-scanning flink uit, aangezien pic2shop gratis te downloaden is en werkt op alle types iPhone – zelfs modellen van de eerste generatie. Daarnaast werkt pic2shop in alle landen, hoewel gebruikers niet altijd in alle landen bibliotheken zullen vinden met up-to-date holdings in WorldCat. Vision Smarts werkt ook aan pic2shop apps voor andere smart phone operating systems dan dat van iPhone.

"Catalogiseren van boeken is wat we oorspronkelijk in gedachten hadden toen we begonnen met het bouwen van pic2shop meer dan een jaar geleden. Als veellezer vind ik WorldCat verbazingwekkend. Ik ben echt trots dat ik kan helpen de bibliotheekgegevens meer bekendheid te geven en beschikbaar te maken voor alle pic2shop gebruikers wereldwijd," legt Benoit Maison uit, oprichter van Vision Smarts en hoofdontwikkelaar voor de pic2shop app.

iPhone-gebruikers kunnen de pic2shop app gratis downloaden in de Apple iTunes app store van hun eigen land. De interface is op dit moment alleen in het Engels beschikbaar, maar vertalingen worden overwogen, evenals versies voor andere types mobiele telefoons.

Bron: OCLC eNews, april 2010



donderdag 22 april 2010

Kijktip! The Virtual revolution

Gelukkig na Tros Regelrecht werd er op Canvas een beter programma over internet getoond namelijk de  BBC documentaire 'The Virtual revolution'. Het is een vierdelige documentaire over de impact van het internet sinds haar bestaan 20 jaar geleden. Ik werd hier op geattendeerd door de Belgische twitteraar Geert Lievens die ik al enige tijd volg.

Aan het woord komen tientallen grote namen uit de wereld van de IT en het internet: pioniers als Sir Tim Berners-Lee (een van de uitvinders van het internet); oprichters van grote bedrijven als Bill Gates (Microsoft) en Steve Wozniak (Apple); academici als Terry Winograd (Stanford) en Ross Anderson (Cambridge); en commentatoren zoals David Weinberger en Stephen Fry.

Aflevering 1 heb ik gemist maar is gelukkig nog te bekijken op Canvas. In aflevering 2 werd onderzocht hoe internet zowel in democratische landen als in autoritaire staten een politieke rol kan spelen. Ze toont hoe het wereldwijde web een forum is voor de vrijheid van meningsuiting en welke rol sociale netwerksites zoals Facebook en Twitter daarbij spelen.



Deze documentaire is een welkome aanvulling op de cursus 23 dingen. Kijken dus!

Internetfilter in de bibliotheek?

Afgelopen dinsdagavond heb ik de uitzending van Tros Regelrecht bekeken. Eén van de onderwerpen was dat drie kwart van de bibliotheken geen internetfilter op hun computers heeft waardoor het kijken van porno en geweld op het internetpc's in de bibliotheek mogelijk is. Ik vond het nogal een opgeklopte uitzending. Aan publiek in DOK Delft werd gevraagd of men het goed vond dat porno en geweld te bekijken is in de bibliotheek. Uiteraard werd daar ontkennend op geantwoord. Tussen de interviews door werden wat shots getoond van porno -en geweldsites. Uit niets bleek waar deze shots waren genomen. In de bibliotheek of gewoon in een studio?
Na zo'n shot schakelde men meteen over naar bijvoorbeeld een moeder met kind. In mijn ogen gewoon stemmingsmakerij en manipulatie.

Uit de uitzending bleek niet dat het ontbreken van een internetfilter echt problemen opleverde. Ook uit eigen ervaring heb ik niet echt het gevoel dat het in de bibliotheek een probleem is. Natuurlijk het gebeurt. Maar door sociale controle, de pc's staan meestal ook vrij open opgesteld, en door ingrijpen van het personeel kunnen echte excessen eenvoudig voorkomen worden. De meeste van onze bezoekers maken gebruik van onze pc's voor studie, werk en communicatie zoals chat en mail. Relativering is dus op z'n plaats.

Tros Regelrecht beweert dat met het plaatsen van een internetfilter alles is opgelost. Een lachertje natuurlijk. De kids weten hier meestal heus wel door heen te breken. Wie kwaad wil doen krijgt het toch wel voor elkaar. Op internet zijn er tal van oplossingen voorhanden om een filter te omzeilen. Dit wordt ook bevestigd op het blog van de Bibliotheek Vlissingen. Een bibliotheek die overigens wel een internetfilter heeft maar het blijkt dus niet echt (of niet altijd) te werken.

Verder wordt er in de uitzending niet gesproken over de nadelen van een internetfilter. Er bestaat grote kans dat ook goede en bruikbare informatie wordt tegengehouden. Iets wat je als bibliotheek niet zou moeten willen. Niet alleen omdat wij garant moeten staan voor een vrije informatievoorziening maar ook doordat je de klanten verjaagd uit de bibliotheek als ze constant een kruis door hun scherm krijgen. En met kruis bedoel ik een rood kruis :-). Ik hoor ze al zeggen: 'op de computers van de bieb kun je toch nergens bij'. In het aprilnummer van Informatieprofessional staat een artikel dat de problemen van filters op scholen bespreekt.

Een tweetal voorbeelden die ik zelf in de praktijk heb meegemaakt met het filteren van internetsites. Voorbeeld 1: Jaren geleden hadden wij in Centre Céramique ook een internetfilter waar zelfs mailprogramma's (o.a. het toen bestaande programma dolfijn.nl) werden geblokt. Ik zie nog het beteuterde gezicht van een meisje aan de balie komen die een werkstuk wilde maken over dolfijnen maar ze kreeg geen websites in beeld.
Voorbeeld 2: Ik bezocht tijdens  mijn vakantie een openbare bibliotheek in Engeland waar ik mijn mail wilde checken en mijn startpagina's wilde bijwerken. Om te kunnen werken aan mijn sites moet ik inloggen op cockpit.startpagina.nl. Niets aan de hand zou je zeggen maar.... het woordje cock gaf toch een probleem. Voor degene die geen Engels spreken cock betekent naast haan ook jongeheer, leuter, lul, pik, snikkel. Deze blogpost zal wel in bibliotheek Vlissingen geblokkeerd worden :-). M.a.w. deze eerzame bibliothecaris kon niet werken omdat de bibliotheek een internetfilter had ingesteld. Uiteraard vond ik wel een oplossing om het te omzeilen ;-).
Ik denk dat ieder gezond mens tegen porno en geweld is in een openbare ruimte zoals een bibliotheek. Maar zo simpel als Tros Regelrecht het de tv-kijker voorschotelt is het dus zeker niet. Maar misschien krijgen we door deze uitzending nu extra veel internetters over de vloer. Of moet ik schrijven interetters?

dinsdag 20 april 2010

Native app of mobiele website voor de bibliotheek?

In de Informatieprofessional van april las ik het artikel van Alice Doek waarin zij 12 bibliotheekapps heeft getest en tenslotte met een verlanglijstje komt waaraan de ideale bibliotheek app volgens haar aan moet voldoen. Het bewuste artikel of het hele aprilnummer is compleet te lezen via de site van Informatieprofessional. Tenslotte stelt Doek de vraag of het wel verstandig is om te investeren in een (native) app omdat deze exclusief verbonden zijn met een specifiek platform (iPhone, Blackberry, Android etc.). Als  alternatief geeft zij de zogenaamde web app of mobiele website. Ik denk dat zij hierin gelijk heeft. Zeker als bibliotheek zullen we er voor moeten waken dat de informatie die wij aanbieden voor iedereen vrij toegankelijk is. Onafhankelijk van welke smartphone men gebruikt. Met andere woorden het ontwikkelen van een (native) app kan dan een forse investering worden.

Een mooie aanvulling op het artikel van Doek staat op Frankwatching.nl. Kamil van Buuren gaat in zijn artikel dieper in over de voor- en nadelen van een (native) app versus web apps of mobiele websites.

Feit is wel dat het gebruik van mobiel internet in de lift zit. In Nederland schijnt zo'n 15% van de bevolking regelmatig gebruik te maken van mobiel internet en in 2014 zal dit naar verwachting zo'n 50% zijn. Met deze groei voor ogen is het dus zeker interessant voor bibliotheken om mobiele websites en mobiele applicaties te ontwikkelen.

Hoe het zou kunnen....
Stel dat we toch een native app gaan ontwikkelen die geschikt is voor alle platforms ;-) dan vind ik de app, hoe toepasselijk 'Appie' genaamd, van Albert Heijn een inspiratie hoe een bibliotheek app eruit zou kunnen zien. Appie helpt bij het maken van een boodschappenlijst en is ontwikkelt door IceMobile. Bekijk de demovideo om verder kennis te maken met Appie. De app bestaat uit 4 onderdelen:

  • Mijn lijst. Waar klanten een boodschappenlijstje kunnen maken eventueel aangevuld uit 'Producten'. Ook voor een lener van de bibliotheek zou het handig kunnen zijn om een lijstje te hebben van bibliotheekmaterialen die men wil gaan lenen. Ik zou de rubriek alleen omdopen tot 'Mijn bibliotheek' en een extra subonderdeel toevoegen voor privé zaken zoals verlengen, te laat geld.
  • Producten. De producten kunnen worden toegevoegd aan 'Mijn lijst'/'Mijn bibliotheek'. De rubriek 'Producten' bestaat uit de volgende onderdelen:
    - Aankopen bekijken (tenminste als je een bonuskaart hebt en hiermee inlogt). Een lener van de bibliotheek zou zijn eerder geleende titels kunnen opzoeken als hij/zij is ingelogt met de (nationale) bibliotheekpas.
    - Bonusaanbiedingen. De bibliotheek zou hier top-tien materialen kunnen aanbieden onderverdeelt naar materiaalsoort.
    - Nieuw bij Albert Heijn. Als bibliotheek zouden we hier onze aanwinsten kunnen promoten. Ook weer onderverdeelt naar materiaalsoort.
    In de rubriek 'Producten' zou de bibliotheek natuurlijk ook toegang tot de catalogus moeten bieden met de mogelijkheid tot reserveren en holdinginformatie. Ook toegang tot databanken en eBooks die thuis te gebruiken zijn dienen in dit onderdeel geplaatst te worden.
  • Recepten. I.p.v. recepten zouden bibliotheken hier bijvoorbeeld (actuele) dossiers (Beleefbibliotheek?) kunnen aanbieden of een dienst als roman/muziek advies.
  • In de Appie. Een mix van bovenstaande onderdelen aangevuld met actuele reclamefilmpjes en acties. De rubriek zou omgedoopt kunnen worden tot 'In de bibliotheek' met o.a. actueel bibliotheeknieuws, zoektips, digitale vraagafhandeling etc.
  • Meer...- Biedt een overzicht van AH winkels met diverse zoekmogelijkheden zoals 'nu open', 'na 20.00 open', 'zondags open'. Ook heel goed toepasbaar voor OB'en.
    - Wat vind jij? Een poll / enquete. Wellicht ook voor bibliotheken interessant voor marketingonderzoek.
    - Klantenservice met contactgevens en evt. digitale vraagafhandeling.
    - Instellingen. o.a. voor het invoeren van je bonuskaart (bibliotheekkaart!) gegevens en twitter gegevens.
Bovenstaande zal vast wel in de planning bij bibliotheek.nl zitten. Toch?

vrijdag 16 april 2010

This Week in Libraries

Ik kende deze videoblog van Jaap van de Geer en Erik Boekesteijn nog niet. 'This Week in the Libraries' is een wekelijkse videoblog dat de laatste (technische) trends op bibliotheekgebied bespreekt. Internationale gasten zoals Helene 23dingen Blowers, Michael Stephens, David Lee King maar ook onze 'eigen' mysteryguest Wendy de Graaff zijn hier te gast. Een blog kijken is weer eens wat anders dan een blog lezen.





donderdag 15 april 2010

Mijn ervaringen met social bookmarking en Delicious

Social Bookmarking is de term voor alle websites waarop het mogelijk is om zelf een overzicht van je favoriete websites bij te houden en deze te delen met andere gebruikers. Dit heeft dan ook al enige tijd mijn belangstelling. Meer uit praktische overwegingen dan dat ik fanatiek mijn links wil delen met anderen of dat ik bij anderen kijk welke links zij verzamelen. Al zijn die twee laatste natuurlijk ook de bedoeling van social bookmarking. De naam zegt het al.

De reden waarom ik met social bookmarking aan de gang ben gegaan is dat ik namelijk werk op verschillende computers zowel thuis als in Centre Céramique (en voorheen ook nog bij de Heuvellandbibliotheken). Vaak had ik dan ook het probleem dat ik juist dé site die ik nodig had niet meer zo snel kon vinden. Die had ik dan thuis bij mijn favorieten staan of juist weer op het werk. Erg handig werken was dat dan ook niet. Jaren geleden heb ik dan ook de social bookmarking site Furl eens bekeken. Om een of andere reden heb ik echter nooit gebruik van gemaakt van Furl en ben begonnen met het verzamelen van mijn links in Delicious. Vroeger overigens gespelt als del.iciou.us. Zie ook in de rechterkolom van mijn blog waar je een woordenwolk ziet van mijn delicious tags. Tags zijn een soort trefwoorden die je aan een website kunt meegeven.



In het kader van deze cursus ben ik nog eens op zoek gegaan naar Furl en ik ontdekte dat deze niet meer bestaat en nu onderdeel is geworden van Diigo. Als ik het onderstaande filmpje over Diigo bekijk lijkt deze me meer mogelijkheden te hebben dan Delicious. Toch maar weer overstappen? :-)




Voordelen van social bookmarking

In de handleiding Delicious die Karl Schiepers schreef somt hij al een groot aantal voordelen op:


De meeste van bovenstaande redenen om een social bookmarksite als Delicious te gebruiken zijn ook voor een bibliotheek van toepassing. Ik wil daar nog de volgende voordelen aan toevoegen:

17. De favorieten die je bij je Delicious account hebt opgeslagen zijn tegenwoordig ook makkelijk te benaderen via een smartphone zoals de iphone. Zou dus bij het wimmen gebruikt kunnen worden.
18. Efficiency. Je kunt samen met andere collega's of andere bibliotheken werken aan één linkenverzameling.
19. Attenderen. Als je een nieuwe link aan je verzameling toevoegt kun je je collega's en andere geinteresseerden attenderen door middel van RSS of Twitter.
20. Je hoeft een link maar één keer in te voeren terwijl deze toch op meerdere plekken in je verzameling terug kunt laten komen.

Overigens noemde Karl Schiepers in zijn handleiding dat de bookmarks in Delicious altijd zichtbaar zijn. Tegenwoordig is dit niet meer het geval en kun je je favorieten ook op onzichtbaar zetten. Je kunt dus je eigen privéverzameling maken indien je dat wilt.

Delicious (of een andere social bookmarking site) voor Centre Céramique?
Ik zie dus vele voordelen om Delicious te gebruiken voor de digitale bibliotheek van Centre Céramique. Nadelen zie ik echter ook:

1. Het is een Engelstalige site. Dit kan mensen afschrikken.
2. Er is voor de Nederlandse openbare bibliotheken ook de mogelijkheid om de links te gebruiken die staan in G!DS, de zgn. InternetG!DS. M.a.w. als je gaat social bookmarken ga je wellicht dubbel en onnodig werk doen.

Zeker nadeel 2 is een zwaar wegend argument om geen gebruik te maken van Delicious. Al heb ik volgens mij ook wel eens gelezen dat men landelijk niet zo zeker was of nog geinvesteerd zou worden in de InternetG!DS. Ook is het interessant om na te gaan wat de criteria zijn om een link in de internetG!Ds te mogen opnemen. Misschien dat Limburgse links bijvoorbeeld niet (of onvoldoende) opgenomen mogen worden. Dan zou deze niche toch verzameld kunnen worden met Delicious. En wordt de internetG!Ds nog wel geupdate? Ik zag bijvoorbeeld dat de dieplinks naar de Postbus51.nl nog niet zijn vervangen door die van Rijksoverheid.nl.

In ieder geval een mooi voorbeeld van een bibliotheek die Delicious gebruikt is de Peace Palace Library. Zo zou het dus kunnen. Voeg daarbij toe de Google Custom Search waarmee je de sites die je hebt verzamelt inhoudelijk kunt doorzoeken en je hebt een aardige (en goedkope) digitale bibliotheek.

dinsdag 13 april 2010

Leestip! - De Google Code

Internetexpert Henk van Ess, bekend van voelspriet.nl, licht een tipje van de sluier op hoe slim zoeken met Google een kortere trefferslijst en meer relevante antwoorden oplevert. Henk's moto is: 'Stop met zoeken en begin met vinden'. M.a.w. je stelt geen vraag, maar voorspelt het antwoord.

In 4 tot 5 uurtjes heb ik dit handzame boekje van 136 pagina's gelezen. Achter een computer zitten is hierbij niet nodig. Aan de hand van talloze zoekvoorbeelden en screenshots (schermafbeeldingen) leer je de zoekmethode van Henk steeds beter begrijpen. Het is niet echt moeilijk maar vergt vooral een andere manier van denken.


Het eerste deel van het boek behandelt in het kort wat de Google Code inhoud. Verder wordt er afgerekend met een aantal misverstanden over Google en wordt er ontrafeld hoe Google tot zijn antwoorden komt. Zo krijg je meer informatie over hoe Google werkt, waarom Google nieuwe sites niet snel genoeg ziet, dat Google bij lange na niet compleet is en zeker niet altijd de beste zoekmachine is. Henk van Ess laat hierbij ook andere zoekmachines aan bod komen die in sommige gevallen een beter alternatief kunnen zijn. Ook de betrouwbaar van Google laat nog wel eens te wensen over en wereldwijd zoeken betekent niet bij iedere Google-versie (bijvoorbeeld Duitse, Nederlandse versie etc. etc.) hetzelfde.

Het tweede deel, genaamd 'de gereedschapskist voor de Google Code', geeft zeven handige tools om je zoekacties te verbeteren. Dit gaat door een combinatie van slim formuleren van zoekvragen (bijvoorbeeld door uit te gaan van het verwachte antwoord) en kennis van speciale zoekopties zoals het uitsluiten van zoektermen, de truc met de drie puntjes of het gebruiken van *.
Het is zeker geen volledig overzicht geven van wat Google te bieden heeft maar ik ben van mening dat het lezen van dit boekje verplichte kost is voor iedere inlichtingenmedewerker. En het is in ieder geval goedkoper dan het volgen van een dure workshop bij Henk van Ess ;-) Meer informatie over de Google-Code van Henk van Ess vind je hier.

donderdag 8 april 2010

Centre Ceramique en Web 2.0

Er is al heel erg veel geschreven over Web 2.0; wat het is, wat het niet is. Door het volgen van de cursus 23 dingen leren we als bibliotheekmedewerkers welke web 2.0 toepassingen er allemaal zijn en hoe een en ander werkt. Dit is leuk, interessant en leerzaam. Er gaat een nieuwe wereld voor ons open. Voor de een wat meer als voor de ander.

Maar na deze cursus is het speelkwartier voorbij. Web 2.0 zal, zeker weten, buiten de bibliotheekgrenzen voor veel bibliotheekmedewerkers een doorslaand succes blijven. Anderen zullen misschien ook wel opgelucht zijn dat ze hier geen aandacht meer aan hoeven te besteden. Maar ook zij hebben nu in ieder geval geproefd aan web 2.0 en zullen beter begrijpen wat mensen tegenwoordig allemaal uitvoeren op het internet. Een gedeelte van onze medewerkers zullen er ook vakinhoudelijk mee aan de slag moeten gaan.

Waarom als bibliotheek gebruik maken van Web 2.0 toepassingen?
In maart 2010 heb ik het congres DB Update 2010 bijgewoond. Helene Blowers was één van de interessante sprekers. Zij zei het volgende: 'technology is boring but web 2.0 is popular'. De meeste mensen zijn niet geinteresseerd in techniek, het wordt pas leuk als ze er iets mee kunnen doen. Met andere woorden het internet is pas echt interessant geworden voor de grote massa toen het overging van web 1.0 naar web 2.0. Oftwel van passief naar (inter)actief. Een gedeelte van de mensheid op deze aardbol is actief bezig met het het delen en combineren van informatie op het internet al dan niet via de mobiele telefoon.

Vroeger kwamen de mensen naar de bibliotheek voor informatie. Wij als bibliotheek hadden al die kennis en informatie in huis. Een monopolie positie! Tegenwoordig vinden (of denken dat ze het vinden ;-) de mensen veel van die informatie ook op het internet. En zij vinden die informatie niet alleen maar combineren en delen deze ook nog met anderen. Met andere woorden de hoofdrol die wij als bibliotheken eerst nog hadden is voorbij. Indien wij in de nabije toekomst niet buiten spel gezet willen worden dienen wij mee te doen met de samenleving en ervaring op te bouwen met web 2.0 toepassingen en mobiel internet. Op deze manier kunnen we onze (potentiële) klanten informeren wat wij nog voor hun kunnen betekenen. Andere branches die door het internet zijn ingehaald of sterk zijn veranderd zijn de reiswereld en de krantenbranche. Ook wij zullen moeten veranderen. En dan is het nog maar de vraag of men in de toekomst nog wel geinteresseerd in ons is. Maar we zullen in ieder geval moeten meedoen aan de trends op internet.


Succesfactoren
De houding van ons management en PR is bepalend voor het succes van Web 2.0 binnen Centre Ceramique.
Het succes van de toepassingen is volgens mij afhankelijk van vijf factoren. Allereerst moet ons management achter het gebruik van Web 2.0 staan. Wanneer het MT 2.0 zal toejuichen, zullen de medewerkers volgens mij vanzelf volgen. Daarnaast moeten we ons bij de ontwikkeling van Web 2.0-tools openstellen voor wensen en ideeën van toekomstige gebruikers.

Ik denk dat we als Centre Ceramique er verstandig aan doen om alleen toepassingen te ontwikkelen die passen binnen de dagelijkse werkzaamheden van onze medewerkers. We zullen dus kritisch moeten kijken welke van de 23 dingen gaan we nu echt gebruiken. Verder denk ik dat een zorgvuldige selectie van de doelgroep wenselijk is. Welke doelgroep maakt gebruik van welke web 2.0 toepassingen? Een laatste succesfactor is een goede balans tussen controle van informatie en totale vrijheid voor de medewerker. Men zal de medewerker moeten vertrouwen en de medewerker zal er rekening mee moeten houden dat iedereen zijn of haar web 2.0 activiteiten kan volgen. M.a.w. net als in de 'echte' wereld dien je ook op internet je organisatie onvoorwaardelijk te steunen

Goede voorbeelden van bibliotheek 2.0 toepassingen.
De volgende bibliotheken vind ik goede voorbeelden van bibliotheken die web 2.0 toepassen:
  • Allen County Public Library. Mis zeker de video's niet, waarin deze bibliotheek haar nieuwe services toelicht en wekelijkse updates van bibliotheekevenementen aankondigt.
  • Lester Public Library. Dit is een kleine openbare bibliotheek met talloze blogs, spelavonden, facebook-pagina's, twitter accounts, YouTube-video's en een Flickr-pagina die elke dag wordt bijgewerkt Een schitterend voorbeeld wat in een kleinere setting is te verwezenlijken.
  • Topeka & Shawnee Public Library (TCPL). Bibliotheekwebsite is blog-based, zodat de lezers makkelijk met de bibliotheek kunnen communiceren. Ze gebruiken ook een IM-dienst die toegankelijk is vanaf de website en vanuit de bibliotheekcatalogus en een hele reeks sociale netwerken zoals Facebook en YouTube om een dialoog aan te gaan met de lokale gemeenschap.
  • Darien Library. Deze dingen doet vergelijkbare dingen met de site als TSCPL. Neem zeker een kijkje op hun bibliotheekcatalogus, ze gebruiken de SOPAC2 Drupal-module van John Blyberg (www.thesocialopac.net). SOPAC2 breidt de bibliotheekcatalogus uit door sociale elementen zoals tags, ratings en besprekingen toe te voegen. Deze module creert ook een zoekinterface met meerdere lagen. Hij gaf hierover een mooie lezing en demonstratie op het congres DB Update 2010.
  • Dok Delft. Wel bekend in Nederland met hun innovatieve projecten.
  • Zeeuwse bibliotheek. Met een eigen variant op de bekende startpagina.nl.
  • Bibliotheek Vredespaleis. De winnaar van de award Digitale Bibliotheek 2010. Bekijk de website en je weer waarom.


Web 2.0 kan alleen als Centre Céramique hierin kan en wil investeren
Zoals bovenstaande bibliotheken gebruik maken van web 2.0 toepassingen zo zullen wij het volgens mij ook moeten doen. Maar dit gaat tijd kosten (zeker in het begin) en doe je zeker niet even erbij. Dit zullen we ons goed moeten realiseren indien we echt meer willen bereiken met web 2.0 toepassingen. Bepaalde mensen binnen onze organisatie zullen hiervoor tijd moeten krijgen. In het blad Emerce las ik in het maart nummer van 2010 een artikel over hoe de ABN AMRO bezig is om hun website en internetactiviteiten te optimaliseren. Bij de ABN AMRO is een team van specialisten daar eigenlijk constant mee bezig. Ok nu hoor ik sommige mensen in onze organisatie al roepen 'Maar wij zijn geen bank!' En dat klopt natuurlijk maar we hebben net zoals de bank producten en diensten die we aan de man willen brengen. Aan collectievorming en aan het inlichtingenwerk besteden we (terecht!) ook veel tijd. Ook aan promotie zoals het maken van folders, posters, persberichten etc. wordt veel tijd en geld besteed. In mijn ogen zal er een  web 2.0 werkgroep(je) moeten komen die kan en mag werken aan web 2.0 en zo nu en dan, onder leiding van de afdeling PR/Communicatie, bij elkaar komt.

Conclusie
Ik denk dat het een gemiste kans is als we onze producten en diensten niet via web 2.0 aan de man gaan brengen. Want op sites en online diensten zoals Flickr, Delicious, Twitter, Hyves, Facebook etc. zitten onze (potentiële) klanten. Hoe ik denk dat we dit moeten gaan doen vind je op dit blog. Bij elke blogpost met betrekking tot de 23 dingen beschrijf ik namelijk of, waarom en hoe we dit volgens mij kunnen gebruiken als Centre Céramique. Of we het nu leuk vinden of niet een gedeelte van de informatievoorziening vind tegenwoordig plaats via het internet. Indien we niet gaan werken met web 2.0 toepassingen en de digitale trends niet of voldoende volgen dan denk ik dat we in de nabije toekomst als bibliotheek zijn uitgespeeld. We raken dan teveel vervreemd van de (digitale) wereld. Alleen door actief mee te doen zullen we deze wereld hopelijk blijven begrijpen. En zelfs als we actief meedoen gaat het er de komende jaren om spannen of wij een plaatsje in de digitale informatiewereld kunnen verwerven. Concurrenten als google books maar ook een concurrent als Yindo liggen namelijk op de loer. Yindo? :-) Wat is dat nu weer? Voordat je het weet zijn (een gedeelte) van onze klanten ons en onze collecties vergeten. Want we zijn niet of onvoldoende te vinden op het internet en we begrijpen niet wat onze klanten allemaal op het internet doen.

Britse geheime dienst ontslaat digibeten


Ik had dit bericht zelf gemist maar ik kwam het tegen op het blog van onze collega Emile.

Dit deed me denken aan een bijeenkomst van
ZIN (Zuidelijk Informatie Netwerk) die ik in oktober van het afgelopen heb bijgewoond. De bijeenkomst had als onderwerp 'Opsporing verzocht: het Zuidelijk Informatie Netwerk (ZIN) in de recherchebanken'

Sprekers op deze boeiende en goed bezochte bijeenkomst in 't Morregat te Weert waren
Arno Reuser, Hoofd van het Bureau OSINT (Bureau Open Source Intelligence) bij de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) en ook bekend als beheerder van de NEDBIB lijst. Met de binnenlandse veiligheid zit het wel snor :-) De andere spreker was René Leijen, Informatiespecialist bij de afdeling Kennis van de Unit Onderzoek, Kennis en Ontwikkeling van de Politieacademie. Hij is o.a. de oprichter en webmaster van de site politiebronnen.nl.

De rode draad van deze avond was in ieder geval 'Information is the name of the game' zowel voor de politie als voor veiligheidsdiensten. Het citaat onderschrijft het belang van informatietechnieken bij het opsporings-onderzoek. Eén van de recherchetechnieken die worden gebruikt om aan de benodigde informatie te komen is Open Source Intelligence (OSINT). Niet zo gek dus dat de Britse geheime dienst van zijn James Bond's verwacht dat ze met digitale informatie kunnen werken. Voor meer informatie over deze avond en het Zuidelijk Informatie Netwerk (ZIN) klik
hier.

By the way de bijeenkomsten van ZIN zijn de moeite waard om te bezoeken. In een informele sfeer leer je vakgenoten en collega's kennen die werkzaam zijn in de informatiebranche.