dinsdag 23 november 2010

Leestip! No shelf required: E-Books in libraries

In nummer 10 van Informatieprofessional schreef Jeroen van Beijnen over het boek 'No Shelf Required: E-books in Libraries'. Zijn positieve recensie maakte mij nieuwsgierig en ik besloot dit boek dan ook maar zelf te gaan lezen.

Het vlot geschreven boek gaat in op de gevolgen van de digitalisering van het boek voor openbare, academische en schoolbibliotheken. Met hoofdstukken over ebookrechten en -standaarden, digitale duurzaamheid en case studies over het uitlenen van ebooks. 

De inhoudsopgave ziet er als volgt uit:
  • Hoofdstuk 1: E-books on the Internet, door James Galbraith
  • Hoofdstuk 2: Student Learning and E-books, door Jackie Collier en Susan Berg
  • Hoofdstuk 3: E-books in the School Library, door Shonda Brisco
  • Hoofdstuk 4: E-books in the Public Library, door Amy Pawlowski
  • Case studie: Amazon Kindle, door Blaise Dierks
  • Hoofdstuk 5: The Academic Library E-book, door Lindsey Schell
  • Case studie: SONY Reader, door Anne Behler
  • Hoofdstuk 6: Acquiring E-books, door Carolyn Morris en Lisa Sibert
  • Hoofdstuk 7: The Use and Preservation of E-books, door Alice Crosetto
  • Hoofdstuk 8: E-book Standards, door Emilie Delquié en Sue Polanka
  • Hoofdstuk 9: The Future of Academic Book Publishing: E-books and Beyond, door Rolf Janke

Op het blog van een andere Jeroen (de Boer) vond ik nog meer informatie over de haalbaarheid van e-books in openbare bibliotheken, geschreven door het Amerikaanse COSLA (Chief Officers of State Library Agencies). 

Bovenstaande literatuur is ten dele gericht op de Amerikaanse situatie maar zeker ook een geschikt voor iedereen die werkzaam is in de (Nederlandse) bibliotheeksector.

Deel|

dinsdag 2 november 2010

Selectmeme: Online Markeerstift handig of....?

Vroeger tijdens mijn studie heel wat markeerstiften versleten. Bij Selectmeme zal dit niet gebeuren want het is een online markeerstift. Met deze hulp highlight je stukken tekst net zoals je in een boek doet.

Wat is het?
Met Selectmeme kun je stukken tekst op het web markeren. De selectie wordt voor je bewaard voor toekomstige referentie en gedeeld op de site.

Hoe werkt het?
Om de highlights te kunnen maken moet je een browser plugin installeren of een blog bezoeken dat de widget gebruikt. Installeer de plugin, selecteer tekst en klik highlight. Zie ook het onderstaande filmpje.



Of ik het veel ga gebruiken vraag ik me af. Tot nu toe plaats ik interessante webpagina's met interessante sites in mijn delicious account. Maar wie weet gaat er een nieuwe wereld voor me open. In ieder geval wel geinig.

Bron en meer informatie op: Frankwatching
Deel|

zondag 17 oktober 2010

Evaluatie cursus 23 dingen

Afgelopen half jaar met veel plezier 'gewerkt' aan 23 dingen. Een aantal (o.a. Flickr, diverse sociale netwerken, Delicious, rss) van deze 23 dingen gebruikte ik al in mijn privé situatie of voor mijn werk. Andere zoals bloggen en twitteren heb ik nu pas echt goed leren kennen. Voorheen zag ik hier niet zozeer de noodzaak van in en vond ik het nogal exhibitionistisch :-) om mijn ideeen aan het 'grote' publiek toe te vertrouwen. Maar wellicht juist voor introverte personen zoals ik zijn sociale netwerken uitstekend geschikt om visie en ideeen te ventileren. Waardevol waren de gesprekken op het werk over web 2.0, de complimenten, de uitwisseling van kennis en de ontdekking van onvermoede talenten bij collega's en bij mezelf.

Technisch had deze cursus echter weinig tot geen verrassingen voor me. Wat ik het afgelopen half jaar wel heb geleerd is om meer stil te staan bij de ontwikkelingen op het internet (2.0), er meer over te lezen, de consequenties voor onze organisatie en branche proberen te begrijpen en hoe wij als Centre Céramique gebruik kunnen maken van web 2.0. Deze achterliggende gedachte mis ik overigens wel in de cursus 23 dingen. Naar mijn mening is het teveel gericht op techniek, hoe werkt het? En wordt er te weinig stil gestaan bij de consequenties van het (geen) gebruik maken van web 2.0. Ook tijdens de aftrap van 23 dingen had dit aspect wel wat meer benadrukt mogen worden. Als aanvulling op deze cursus zou het denk ik goed zijn dat er een soort eindopdracht gemaakt moet worden waarbij een groepje cursisten aan de slag moeten gaan met een web 2.0 toepassing die daadwerkelijk gebruikt gaat worden binnen (of buiten) de bibliotheek. Verder zal er binnen Centre Céramique besproken moeten gaan worden hoe we nu verder gaan na 23 dingen.

In ieder geval heb ik voor mezelf, het afgelopen half jaar, meer de tijd genomen om stil te staan bij web 2.0 cq. bibliotheek 2.0. De cursus was dan ook zeer zeker een verrijking en een goede handreiking om te starten met web 2.0 en social media. Hopenlijk geldt dit voor meer mensen binnen Centre Céramique zodat we op een 'nieuwe' manier kunnen gaan werken. Maar de organisatie dient dit wel te faciliteren, te ondersteunen en er het nut van in te zien. Zodat, als we op het werk zijn ook sociale netwerken kunnen bezoeken en via blogs of Twitter aan anderen kunnen vertellen waar we mee bezig zijn.


Deel|

Leestip! Connect! van Menno Lanting


LinkedIn, Twitter, Facebook, YouTube en Hyves: de macht over de markt verschuift van bedrijven naar deze sociale netwerken. Organisaties verliezen de binding met klant en medewerkers. Binnen organisaties moet dan ook een omslag gaan plaatsvinden: van gesloten, hierarchisch en onpersoonlijk naar open, authentiek en verbonden. Al dus Menno Lanting, auteur van het boek Connect!
De boodschap van Lanting is dat zowel individuen als functies in organisaties er goed aan doen om zich te begeven in de wereld van de sociale netwerken. Sociale media zoals wiki, reviewsites, forums, blogs, sociale nieuwssites, blogs en Twitter zijn communicatiekanalen die steeds meer gebruikt worden.


In deel 1 van het boek worden de volgende zaken beschreven: het verschil tussen digital natives en digital immigrants, sociale netwerken, hun opkomst en het belang ervan. Deel 2 is wat mij betreft het belangrijkste en gaat er over hoe leiders in organisaties hiermee kunnen werken en wat ze ermee kunnen bereiken. Speciale aandacht wordt hierbij besteed aan de mogelijkheden voor HRM, marketing en klantenservice. De theorie in het boek wordt aangevuld met veel praktijkcases.
Een geschikt boek voor beslissers, communicatiemedewerkers en managers in bibliotheken (en andere organisaties) die met sociale netwerken iets willen gaan bereiken. Als bibliotheken dienen we in ieder geval na te denken over de impact van sociale netwerken op onze eigen organisatie(s), ons verbinden met deze wereld. Doen we dit niet, dan hebben we denk ik, vroeg of laat, het nakijken. Connect! kan in ieder geval helpen voor een stukje bewustwording in onze branche.

Het boek is hier te bestellen of natuurlijk aan te vragen via zoek&boek. Meer info via onderstaande slideshow:

zondag 10 oktober 2010

Boeken streamen op de e-reader met 24Symbols

In het blad Emerce van oktober kwam ik een interessant artikel over 24symbols tegen. Zij willen in plaats van muziek of video's, straks vanuit Madrid de nieuwste boeken gaan streamen.

24symbols kijkt naar voorbeeld als Spotify waar muziekliefhebbers gratis naar muziek kunnen luisteren en favorieten kunnen uitwisselen. Dat principe moet ook werken voor e-books. Zolang er een internetverbinding actief is, kunnen  lezers gratis in de boeken neuzen op hun e-reader of iPad, maar ook via computer of mobiel. Daarvoor moeten zij wel advertenties voor lief nemen. Betalende abonnees krijgen geen reclame te zien en kunnen boeken ook in het cachegeheugen opslaan, zodat ze niet per se online hoeven te blijven. Het is uiteraard ook mogelijk om een boek tegen betaling te downloaden of in hardcopy te bestellen.


24symbols from Angel Luengo on Vimeo.

De catalogus zal onder meer doorzocht kunnen worden op genre, nationaliteit en uitgeverij. 24symbols wil zowel klassiekers als nieuwe bestsellers in de collectie opnemen. Naast literatuur en nonfictie moeten er ook strips en technische boeken op te vinden zijn. Gebruikers kunnen verder kijken welke boeken hun vrienden hebben gelezen en zelf boeken aanraden of uitwisselen met bekenden.

24symbols denkt volgend voorjaar live te gaan in Spanje. Een interessante ontwikkeling en ik ben benieuwd of ze de medewerking krijgen van de uitgeverswereld en wat hun daadwerkelijke (gratis) aanbod zal zijn. Indien het een succes wordt dan kan het best spannend worden voor de bibliotheken. Wat denken jullie?

Deel|

donderdag 7 oktober 2010

Bibliotheek 2.0 en de toekomst van bibliotheken



Bibliotheek 2.0 betekent in mijn ogen dat je als bibliotheek met web 2.0 toepassingen aan de slag moet gaan om de producten en dienstverlening van de (fysieke) bibliotheek ook zichtbaar te maken op het internet. Op dit blog heb ik al in diverse posts beschreven hoe dit volgens mij zou moeten gebeuren. Techniek is hierbij natuurlijk belangrijk maar nog belangrijker is het dat bibliotheek 2.0 tussen de oren van de bibliotheekmedewerkers moet gaan zitten.

In het blad Emerce van september 2010 las ik o.a. het interview met Dorianne Richelle, hoofd online sales en marketing bij Vodafone. Zij sprak hierin de gevleugelde woorden: "Online is niet langer een eilandje. We vinden dat online in ieders DNA moet zitten."

Bibliotheek 2.0 is overigens meer dan alleen maar online bezig zijn. Al denk ik wel dat dit een belangrijke component is. Ook fysiek zullen we overal aanwezig moeten zijn en buiten onze muren moeten treden. Onze (potentiële) klanten opzoeken en met hun in gesprek gaan! Met andere woorden met alleen een pc en internetverbinding komen we er niet. Naast techniek is er dus vooral een gedragsverandering noodzakelijk.

Waarom bibliotheek 2.0?
  • De veranderende mediaconsumptie van het publiek
    Mensen besteden steeds meer tijd op internet ten koste van de traditionele kanalen. Bibliotheken die niet zichtbaar zijn op het internet missen kansen om hun boodschap aan het publiek te tonen.
  • Het veranderende koopgedrag van het publiek
    Mensen kopen in toenemende mate producten / diensten via het internet. Blijven wij als bibliotheken alleen via de traditionele kanalen onze producten en dienstverlening 'verkopen' dan zullen we dus omzet (lees minder uitleningen, minder bezoekers, minder abonnees) mislopen.
  • Meten
    Online toepassingen zijn vaak beter meetbaar dan de traditionele media.
  • Relaties onderhouden
    Via web 2.0 kunnen we een band met het publiek aangaan en deze vervolgens onderhouden.
Hebben jullie nog andere redenen waarom bibliotheek 2.0 belangrijk is dan houd ik mij aanbevolen.

Investeren
Bibliotheek 2.0 is dus een andere manier van (online) werken maar zeker geen tovermiddel. Zoals ik al eerder schreef op dit blog kost bibliotheek 2.0 tijd. Er zullen dus uren in geïnvesteerd moeten worden zowel op lokaal (per bibliotheekorganisatie) als op nationaal niveau. Niet alleen om bibliotheek 2.0 te werken maar ook om op de hoogte te blijven van nieuwe trends en ontwikkelingen. 


Naast tijd kost het ook geld. Soms biedt een betaalde versie van de gekozen web 2.0 toepassing meer mogelijkheden. Wellicht gaan bibliotheken (in de toekomst?) ook adverteren op sociale netwerken zoals Hyves en Facebook. Of er binnen bibliotheekland voldoende kennis is om online marketing te kunnen bedrijven vraag ik me af. 
Deze cursus 23 dingen vormt natuurlijk een goede opstap maar om echt met web 2.0 aan de slag te gaan is denk ik toch wel wat meer nodig zoals bijvoorbeeld het volgen van gespecialiseerde workshops die bijvoorbeeld door Frankwatching of het Social Media Congres georganiseerd worden, het lezen van specialistische tijdschriften en boeken (zoek bijvoorbeeld naar 'leestip!' op dit blog) of het bezoeken van congressen zoals bijvoorbeeld Engage, Social Media Congres of Search Engine Strategies. Maar misschien is het beter om ook iemand in dienst nemen (of tijdelijk in huren) om onze online marketing te gaan verzorgen. Dit laatste is natuurlijk een grote stap maar online marketing en web 2.0 dienen wel een volwaardige taak binnen de bibliotheekwereld te worden. In het bedrijfsleven wordt het meer en meer gemeengoed.

De toekomst?

Of de toekomst van bibliotheken door het toepassen van bibliotheek 2.0 veilig gesteld kan worden daar ben ik niet helemaal van overtuigd. Sommige trends en ontwikkelingen in onze samenleving hebben namelijk zo'n impact dat dit ook met de beste bedoelingen niet te beïnvloeden is. Ik ben er wel van overtuigd dat het gebruik van web 2.0 toepassingen en het actief opzoeken van ons (potentieel) publiek kan helpen om onze toekomst veilig te stellen. Saskia Hoogendoorn heeft een aantal jaren geleden in opdracht van de toenmalige WSF een onderzoek gedaan naar web 2.0 en openbare bibliotheken. Haar conclusie op pagina 53 onderschrijf ik helemaal:

"Het Web 2.0-concept biedt bibliotheken veel mogelijkheden voor nieuwe diensten en nieuwe vormen van dienstverlening, waar de gebruiker centraal staat. ...is voor de bibliotheek de tijd aangebroken om zich extern te richten op de gebruikers en meer vraaggericht te werken en dus de gebruiker centraal te stellen. Het gebruik van Web 2.0-toepassingen stelt de bibliotheek in staat om haar gebruikers beter van dienst te zijn (bijvoorbeeld snelle aanlevering van up-todate informatie met RSS-feeds), om gebruikers mee te laten denken en werken (met onder andere blogs en wiki’s), om een nieuw publiek te bereiken (degenen die momenteel niet in de fysieke bibliotheek komen) en om efficiënter gebruik te maken van bestaande informatiebronnen (bijvoorbeeld met behulp van folksonomy). De openbare bibliotheek is uniek in hetgeen zij doet: het aanbieden van kennis en cultuur met daarbij gebruik makend van haar brede scala aan informatiebronnen en kwaliteiten. Het gebruik van Web 2.0-toepassingen kan, denk ik, ook de Long Tail van de bibliotheekcollectie succesvoller maken; onder andere doordat de collectie beter toegankelijk en doorzoekbaar wordt gemaakt. Daarnaast ligt, mijns inziens, een grote kracht van de bibliotheek in haar ontmoetingsfunctie. Ook dit kan door middel van Web 2.0 bevorderd worden: in de blogosphere en het oprichten van online communities. Met nieuwe diensten en een andere ontsluiting van haar informatiebronnen, kan er ook een nieuw publiek bereikt worden. Ik realiseer me dat er onder het bibliotheekpersoneel een flinke omslag moet plaatsvinden in de denk- en werkwijze. Het traditiegetrouw aanbodgericht werken staat lijnrecht tegenover het centraal stellen van de gebruiker en deze onder andere in de mogelijkheid stellen zelf content te produceren. De ontwikkeling van de Bibliotheek 2.0 komt dan vooralsnog met name voort uit een groep enthousiastelingen." 


Als aanvulling op de bovenstaande conclusie verwijs ik tevens naar de conclusie die ik die ik geschreven heb op een eerder door mij geschreven post: 'Centre Céramique en web 2.0'. Over de toekomst van de bibliotheek is enkele maanden geleden het rapport 'De toekomst van de bibliotheek' verschenen. In dit rapport, geschreven door studenten van de Hanzehogeschool Groningen, natuurlijk ook weer aandacht voor een proactieve houding naar de klant en web 2.0 toepassingen.

Deel|


GERELATEERDE ARTIKELEN
Centre Céramique en web 2.0

woensdag 29 september 2010

Leestip! Online marketing: strategie en tactiek van Jeroen Bertrams

Tijdens mijn vakantie per trein naar Berlijn en Leipzig het boek 'Online marketing' van Jeroen Bertrams gelezen.

Online marketing is het adverteren en positioneren van producten of diensten met behulp van het internet. Dat kan bijvoorbeeld een digitale advertentiecampagne zijn, maar ook mond-op-mond reclame of gebruik van sites als Facebook en Twitter. Dit boek geeft inzicht in de vele mogelijkheden voor online marketing.

Hoewel Bertrams zich richt op ondernemers denk ik dat veel zaken ook voor bibliotheken (of andere nonprofit instellingen) van belang kunnen zijn. Plat gezegd: Het maakt in principe niets uit of je nu koekjes verkoopt of boeken uitleent. Het is met name geschikt voor de mensen binnen een organisatie die meer willen weten over online marketing alvorens hier iemand voor aan te nemen of dit uit te besteden aan een externe partij. Maar met behulp van dit boek is het ook zeker mogelijk om er zelf mee aan de slag te gaan.

De auteur behandelt het onderwerp zeer volledig. In het eerste deel (hoofdstukken 1 tot en met 5) wordt stilgestaan bij de belangrijkste redenen om (fors) in te zetten op online marketing: consumenten besteden meer tijd op internet, consumenten kopen vaker en meer online, online marketing is beter meetbaar, instellingen kunnen een band aangaan met (potentiële) klanten. In hoofdstuk twee beschrijft Bertram de positie van de online marketingstrategie binnen elk bedrijf. Daarbij speelt de keuze om alle activiteiten zelf uit te voeren of deze (deels) via een bureau in te kopen een rol. In hoofdstuk 3 gaat hij verder in op deze keuze. In hoofdstuk 4 wordt een concreet stappenplan gepresenteerd waarna in hoofdstuk 5 de gouden regels voor online marketing worden beschreven.

In deel twee (hoofdstukken 6 en 7) gaat hij in op de afrekenmodellen en uitingen. Een misschien al wat ver van mijn bed show voor veel bibliotheken. Maar ik kan me toch voorstellen dat we in de toekomst ook daadwerkelijk gaan adverteren op het internet bijvoorbeeld via Hyves of door ergens een banner of tekstlink te plaatsen. Dan is het toch goed om te weten welke afrekenmodellen er allemaal zijn. Deze worden in deel twee uitvoerig beschreven. Daarnaast komt aan de orde hoe men het juiste afrekenmodel moet kiezen en welke soorten uitingen (banners, popup, popunder, billboards, games etc.) men kan inzetten.

Deel drie (hoofdstukken 8 tot en met 25) gaat in op de verschillende vormen van online marketing (SEO, social media marketing, weblog marketing, twitter marketing, e-mail marketing, rss marketing, gadgets, widgets en apps, etc.). De verschillende internetmarketing vormen worden uitvoerig en helder beschreven zodat uiteindelijk een goede keuze gemaakt kan worden welke internet marketingvorm het beste kan helpen om de doelstellingen te bereiken.

Deel vier (hoofdstukken 26 tot en met 28) tenslotte gaat in op wellicht één van de belangrijkste onderdelen van online marketing namelijk het maximaliseren van de conversie op de website. Met andere woorden in welke mate bezoekers op de site overgaan tot de gewenste acties. Meten is hierbij natuurlijk belangrijk. Het eerste hoofdstuk van deel vier gaat hier dan ook over. Daarna volgen tips om conversie te verbeteren. Het boek wordt afgesloten met een hoofdstuk over online reputatiemanagement. Daarin wordt beschreven hoe organisaties ervoor kunnen zorgen dat ze de reputatie van de organisatie online hoog kunnen houden. Dit is van belang omdat mensen steeds vaker hun mening op allerlei websites kenbaar maken.

Al met al vond ik het een verhelderende handleiding over online marketing. Bertram hanteert een duidelijke schrijfstijl, waardoor ook mensen die niet zo veel technische kennis hebben met het boek uit de voeten zouden moeten kunnen. Ik ben van mening dat het lezen van dit boek een must is voor degene die in bibliotheken verantwoordelijk zijn voor communicatie en marketing.

Het boek is hier te bestellen maar natuurlijk ook via zoek & boek te leen.

Deel|

vrijdag 10 september 2010

Booktunes: bindmiddel tussen boek en muziek

Ik lees zojuist in de nieuwsbrief 'Meer met Media' van NBD Biblion over de site Booktunes. Een nieuwe Engelstalige site, een Nederlands initiatief, die boeken en muziek met elkaar wil verbinden. Op Booktunes komen romans, biografieën en graphic novels te staan waarin muziek een belangrijke rol speelt. De muziek wordt via de playlist doorgelinkt naar iTunes, voor het boek naar Bol of Amazon waar muziek en boek gekocht kunnen worden. Met achtergrondinformatie over en interviews met de auteurs.

Op dit moment is de site nog niet echt gevuld maar een leuk initiatief om muziek en romans met elkaar te combineren. Voor mij in ieder geval weer een voorbeeld hoe we als bibliotheken onze muziekcollecties beter in de picture kunnen zetten. En vice versa natuurlijk.

Deel|

donderdag 9 september 2010

Mijn ervaringen met Aquabrowsers, My Discoveries en andere sociale bibliotheekcatalogi

Als ik denk aan aquabrowsers en sociale catalogi dan moet ik ook altijd denken aan het liedje van Het Goede Doel met de titel België.

Ik stond zelfs in dubio, Maar ik nam geen enkel risico
Ik heb getwijfeld over België?

België?, België?, België?, Bel-gi-e?

Of het Goede Doel gelijk heeft daar ben ik niet helemaal van overtuigd. De kabinetsformatie krijgen ze ook in België niet rond :-) Maar qua aquabrowsers en catalogi combineren met web 2.0 toepassingen zoals YouTube, Flickr etc. kunnen wij als Hollanders nog veel leren van onze zuiderburen. Die Belgen zijn zo gek nog niet ;-)

Als ik de Belgische versie bekijk van bibliotheek.nl of de bibliotheekcatalogus van Brugge, Cabrio genaamd dan vind ik die namelijk toch wat dynamischer dan onze Nederlandse versies. In maart bezocht ik het congres DB Update 2010. Naast John Blyberg, verbonden aan de Darien Library en misschien wel de pionier op het gebied van de SOPAC kwam hier ook Rosemie Callewaert van bibliotheek.be aan het woord. Zij gaf een mooie presentatie met de titel 'Oogsten en zaaien op zoeken.bibliotheek.be'. In het programma van het congres stond over haar lezing het volgende:

Zoeken.bibliotheek.be verzamelt data en metadata van bibliotheekcollecties in Vlaanderen. Deze gegevensverzameling wordt met indexeer- en mashuptechnieken herordend waardoor ze op hun beurt terug als bron kunnen dienen voor de lokale en provinciale catalogi van Openbare Bibliotheken in Vlaanderen. Om de fysieke en digitale collecties ook buiten de bibliotheekmuren en los van de cataloguszoekinterface te etaleren waar het publiek aanwezig is, wordt gezocht en geëxperimenteerd met nieuwe manieren om bibliotheekcollecties meer zichtbaar te maken op het internet.


Nou wist ik wel dat men in België verder was met het inrichten van hun aquabrowsers dan Nederland. Maar ik werd tijdens de lezing van Rosemie weer eens met de neus op de feiten gedrukt. Bekijk onderstaande presentatie van haar of nog beter surf naar bibliotheek.be en doe eens eens stel zoekopdrachten.
Bibliotheek.be versus bibliotheek.nl
Waar in ieder geval de aquabrowser van bibliotheek.be vooruit loopt op die van bibliotheek.nl is dat er veel content, die vrij toegankelijk is op het internet, aan is gekoppeld. Zelf heb ik bijvoorbeeld gezocht op 'van de koele meeren des doods'. Je vind meteen een link naar de DBNL (Digitale Bibliotheek van de Nederlandse Letteren) zodat je het boek ook meteen full tekst van je scherm kan lezen als je dat zou willen. Verder heeft men een koppeling met Librarything en Google Books gecreëerd. Tevens kun je je abonneren op een rss feed en zijn er zgn. social media buttons om de informatie die je gevonden hebt gemakkelijk met anderen te kunnen delen. Iets waar ik al eerder over schreef op dit blog. En last but not least: Achter de naam van de schrijver staat een (te klein?) icoontje die doorlinkt naar een auteurspagina. Ook deze pagina staat weer boordevol extra informatie en links naar web 2.0 toepassingen zoals YouTube, Flickr maar ook naar online boekhandels zoals Amazon. Zouden ze van elk verkocht boek een percentage krijgen? ;-) Het zal wel niet maar ik zou dat zeker proberen, maar dat terzijde. Ook staat er een auteurs widget die je op je eigen (bibliotheek)site kan plaatsen.

Al deze koppelingen levert de zoeker meer informatie op maar bibliotheek.be wordt hierdoor waarschijnlijk ook beter gevonden door Google. Voeg bij bovenstaande verder nog toe dat je via My Discoveries ook nog  tags, waarderingen en recensies kunt toevoegen en je hebt een echte sociale catalogus waarbij je de gevonden materialen op allerlei manieren kunt delen met anderen en waar je gebruik kunt maken van de gratis digitale content die anderen reeds gemaakt en op het internet geplaatst hebben. Mijn petje af voor de Vlamingen en ik hoop dat bibliotheek.nl het ook zo ver gaat brengen.

De zin van My Discoveries en andere varianten?
Ik ben er eerlijk in dat ik zo mijn twijfels heb over het taggen, recensies schrijven en waarderingen aan materialen geven. Ik vraag me of veel mensen het (gaan) doen. Ik zelf zou er niet aan beginnen al heb ik wel de mogelijkheden bij My Discoveries, onze nieuwe Bicat catalogus en Worldcat bekeken. Lijstjes maken is misschien nog wel handig maar dan houd het voor mij ook snel op. Ik kan me eerder voorstellen dat ik via een social media button mijn favoriete boek tweet of op mijn Face book of Hyves pagina zet dan dat ik dit laat weten via My Discoveries. Een discussie hierover is ook te vinden op bibliotheek 2.0. Rosemie Callewaert van bibliotheek.be gaf in in haar presentatie op het DB congres ook al aan dat het gebruik van My Discoveries op bibliotheek.be niet echt hard liep. Dat wil overigens niet zeggen dat je het niet zou moeten aanbieden. Misschien is het wel iets van de lange adem. Nu is er nog niet veel toegevoegd in My Discoveries maar over 10 jaar kan het toch heel wat extra informatie voor onze klanten opleveren.

Maar bibliotheek.nl en het Nederlandse bibliotheekwezen dienen nog veel werk te verzetten voordat ze zo ver zijn als de Belgen. Oan de geng dus.

Deel|

maandag 6 september 2010

Centre Céramique op Google Maps

Centre Céramique heeft al een eigen website en we zitten zelfs als op diverse sociale media zoals Twitter, Facebook en Hyves. Steeds meer (mobiele) internetgebruikers zoeken echter op basis van hun locatie. Goed zichtbaar zijn op Google Maps is dus belangrijk.

Hoe raak je nu goed zichtbaar op Google Maps? Door gebruik te maken van de gratis mogelijkheid om een bedrijfsprofielpagina aan te maken op Google Places.

Hoe werkt het?
Om te starten heb je een Google-account nodig. Daarna kun je een omschrijving toevoegen. Google toont ook meteen hoe het er op de kaart gaat uitzien. In het geval van Centre Céramique klopte dit niet helemaal en heb ik die handmatig aangepast. Vervolgens zoekt Google of er al een gelijknamige organisatie op de ze locatie voorkomt. Dit was gelukkig niet het geval zodat ik de organisatienaam kon claimen. Daarna heb ik extra informatie toegevoegd zoals openingstijden, betalingsopties en een tweetal foto's.

Tenslotte moest ik kiezen hoe Google de gegevens gaat checken. Men wil namelijk zeker weten dat ik de 'eigenaar' van Centre Céramique bent. Dit checken kan per telefoon, per sms of per briefkaart. Ik heb voor het laatste gekozen. En ja wel hoor binnen 2 weken ontving ik een briefkaart van Google op mijn werkadres. Op deze briefkaart staat een pincode waarmee ik het organisatieprofiel op Google Places kon activeren. Daarna duurde het nog even voordat de profielpagina echt actief werd.




Hoe vind het publiek ons?
Wie onze locatie wilt leren kennen, tikt bij Google 'Centre Céramique' in en klikt dan op maps of zoekt meteen op Google Maps. Men krijgt dan onze organisatie op een kaart te zien. De locatie is eventueel te bewaren, men kan een routebeschrijving krijgen, gebruik maken van streetview en nog veel meer. Klikt men op 'Meer informatie' dan belandt men op de bedrijfsprofielpagina.

Resultaten?
Google levert ook statistieken. Zie hieronder voor de resultaten van de afgelopen maand. Zeker niet slecht denk ik. Tijd dus om ook onze filialen toe te voegen via Google Places.




















Deel|

maandag 30 augustus 2010

Management en andere overwegingen om van web 2.0 een succes te maken


In mijn voorgaande posts op dit blog heb ik al uitvoerig beschreven welke web 2.0 toepassingen we zouden kunnen gaan toepassen en hoe we deze kunnen implementeren. In deze post probeer ik een antwoord te geven op de vraag: Welke zaken zijn nog meer van belang om van de gekozen web 2.0 toepassingen een succes te maken? Gedeeltelijk zal onderstaande een overlap zijn van wat ik in mijn vorige posts al geschreven heb. Veel factoren die leiden tot een succes voor het toepassen van web 2.0 hebben niets te maken met techniek maar met menselijke factoren zoals...

  • Draagkracht binnen Centre Céramique
    Om van web 2.0 een succes te maken dient er voldoende draagkracht te zijn binnen onze organisatie. Allereerst zullen management en communicatieafdeling overtuigd moeten zijn van het nut van web 2.0. Zelfs een wereldberoemd consultancybureau als McKinsey deelt deze mening. Daarnaast zullen op z'n minst de medewerkers die de web 2.0 werkzaamheden gaan uitvoeren moeten geloven in web 2.0. Overtuigen van de organisatie kan door middel van het tonen van goede voorbeelden van collega bibliotheken die ook web 2.0 succesvol hebben toegepast.
  • Taken en werkdruk
    - Elke web 2.0 toepassing kost tijd. Het is dus belangrijk dat we goed nadenken over de werkzaamheden die er aan vast hangen en wie ze moeten gaan uitvoeren. De werkzaamheden zullen een onderdeel moeten gaan vormen van het takenpakket van de aangewezen personen. Iedereen binnen de organisatie zal zich hiervan bewust moeten zijn. Web 2.0 werkzaamheden mogen er niet zomaar wat bijhangen met de insteek dat als er toevallig wat tijd over is dat dan de medewerker er wat tijd aan mag (of kan) besteden. Indien dit laatste gebeurt dan is de kans groot dat web 2.0 binnen onze organisatie géén succes zal worden;
    - Benoem iemand die web 2.0 moet uitdragen binnen onze organisatie. Ik zie steeds meer functies specifiek gericht op web 2.0 en social media. Op de blog van Jeroen Bertrams stond laatst een post getiteld: 'Ontsla je marketing directeur; vervang hem door een community manager'. Bij onze bovenburen, het EJC, zag ik de vacature van community manager / editor en op de blog van Edwin Mijnsbergen las ik dat de Radboud Universiteit op zoek was naar een webredacteur social media. In mijn ogen duidelijke voorbeelden dat je web 2.0 er niet zomaar even bij doet.
  • Continuïteit borgen
    Het is een goede zaak om de (technische) aspecten van een web 2.0 toepassing te documenteren zodat werkzaamheden gemakkelijker overgenomen kunnen worden. Tevens is het ook verstandig om een tweede persoon verantwoordelijk te maken. Zo blijft niet alle kennis bij één persoon en blijft de continuïteit hierdoor beter gewaarborgd. Denk aan verlof, ziekte of als mensen de organisatie verlaten. Door meerdere mensen verantwoordelijk te maken creëer je overigens ook meer draagvlak.
  • Beleid en regels vaststellen
    Wellicht niet het meest populaire onderdeel maar wel noodzakelijk. Als er een probleem is dan kan het een goede ondersteuning bieden. Bijvoorbeeld een blogpost dat plotseling toch controversiëler is dan in eerste instantie werd gedacht. Wanneer gaan we dan deze post verwijderen? Wie maakt die beslissing? Welke opmerkingen en tags van ons publiek accepteren we en welke niet? Wanneer verwijderen we deze verkeerde opmerkingen of vragen we voor een aanpassing? Wanneer sluiten we iemand voorgoed uit?
  • Duurzaamheid: bewaren wat we creëren
    Zeker als we gebruik maken van andermans servers dienen we erover na te denken of we onze web 2.0 producten willen bewaren of niet en zo ja wat we dan precies willen bewaren. Bijvoorbeeld bij een blog willen we niet alleen de posts als tekst bewaren maar ook de bijbehorende afbeeldingen, video's en geluidsfragmenten. En willen we ook de reacties van ons publiek bewaren en de eventuele reacties van ons hierop? En wat te denken van de layout van de blog? Wat willen we van een wiki bewaren? Alleen de laatste versie of ook (alle) vorige edities en zijn we alleen geïnteresseerd in de teksten of ook in de look and feel van de wiki. Als we eenmaal besloten hebben wat we willen bewaren dan dienen we nog te bekijken hoe we dat kunnen realiseren. Ook dit zal van toepassing tot toepassing verschillen.
    Absoluut geen gemakkelijk onderwerp waar ik op dit moment ook niet alle antwoorden op heb maar een zoektocht op internet zal zeker antwoorden opleveren. De meeste web 2.0 toepassingen hebben ook forums, blogs en helppagina's waar wellicht ook duurzaamheid en backups behandeld worden. Een mogelijkheid voor het archiveren van blogs en websites biedt bijvoorbeeld archive-it.org.
  • Promotie
    Ik heb er al eerder over geschreven. Gaan we full swing van start of op een meer voorzichtigere manier. Uiteindelijk zullen we toch moeten bekijken met welke middelen we een web 2.0 toepassing gaan promoten naar ons publiek toe. Op de eerste plaats denk ik dan aan de middelen zoals we die nu al inzetten voor promotie zoals:
    - Jaarprogramma;
    - website;
    - maandprogramma;
    - online nieuwsbrief;
    - persberichten;
    - mondelinge reclame;
    - handtekening in onze e-mail berichten.
    Maar ook aan online middelen zoals:
    - aankondigingen op relevante discussielijsten, forums, websites, andere web 2.0 toepassingen die we al gebruiken;
    - social media buttons zoals add this.
    In ieder geval moet het voor het publiek duidelijk zijn dat we aan web 2.0 doen.
  • Web 2.0 denken
    Misschien wel het belangrijkste factor om van web 2.0 een succes te maken is door web 2.0 te denken. Wat houd dit volgens mij in?:
    - Geef medewerkers de vrijheid om in de baas zijn tijd met een persoonlijk account te experimenteren met nieuwe web 2.0 toepassingen. Zo leren ze nieuwe dingen die naderhand ook voor onze organisatie relevant kunnen zijn;
    - verwacht niet van iedere web 2.0 toepassing evenveel succes. De ene keer zal het succes groot zijn en de andere keer juist niet of duurt het veel langer voordat het een succes is;
    - durf te experimenteren en ben flexibel;
    - streef niet altijd meteen naar perfectie. Ons publiek zal waarschijnlijk wel accepteren dat inhoud en presentatie niet altijd perfect zijn;
    - hou de ontwikkelingen op het gebied van web 2.0 in de gaten. Dit geldt zowel voor toepassingen die we al gebruiken als voor nieuwe toepassingen en trends. Gespecialiseerde blogs en sites zoals Frankwatching, Hyped, ZDnet, Webwereld, Emerce en vakbladen kunnen hierbij helpen;
    - kijk bij (collega) organisaties voor voorbeelden. Hoe passen zij web 2.0 toe? En treed met hun in contact voor adviezen en om ervaringen te delen;
    - probeer met andere (collega) organisaties samen te werken aan een web 2.0 toepassing. Een blog of een wiki kan bijvoorbeeld gemakkelijk met meerdere instellingen samen onderhouden worden;
    - web 2.0 is niet een op zichzelf staand iets maar moet gerelateerd zijn aan de doelstelling(en) van onze organisatie. Met andere woorden het dient een onderdeel te vormen van onze communicatie en marketing doelen.

Uit bovenstaande overwegingen blijkt wel dat het toepassen van web 2.0 tijd kost en dat er een cultuuromslag binnen onze organisatie zal moeten plaatsvinden. Het is moeilijk om plotseling geheel web 2.0 te denken en te werken. Dit zal dan ook niet zonder slag of stoot gebeuren. De cursus 23 dingen is in ieder geval een goede start voor deze cultuuromslag. Begin van dit jaar dachten we misschien nog dat Facebook bij ons in het rek stond en nu weten we al beter ;-)


Deel|


GERELATEERDE ARTIKELEN
Centre Céramique en web 2.0

donderdag 26 augustus 2010

Meten is weten

Deze post zie ik als een brainstorm hoe web 2.0 inspanningen geëvalueerd en gemeten kunnen worden. Want wanneer zijn onze web 2.0 inspanningen nu succesvol? We kunnen een informatief sociaal netwerk hebben of we twitteren regelmatig nieuwe updates maar we hebben maar 25 volgers. Is het dan succesvol? En wat als het er 50, 100 of 500 zijn? En wat als we onze wiki regelmatig updaten maar alleen onze medewerkers maken er gebruik van, is het dan een mislukking?

Plannen hoe we gaan meten voordat we de web 2.0 toepassing daadwerkelijk gaan implementeren
Tot nu toe heb ik het op deze blog alleen gehad over de technische en inhoudelijke aspecten van web 2.0 toepassingen (Flickr, YouTube, Twitter, blogs en sociale netwerksites) die ik graag wil inzetten voor Centre Céramique.

Er over nadenkend is het toch belangrijk om van tevoren onze doelen / verwachte resultaten per web 2.0 toepassing te bepalen. Wat gaat het onze organisatie opleveren en waarom willen we er eigenlijk mee beginnen? En hoe en wat gaan we uiteindelijk meten.

Ik denk dat er twee manieren zijn om dit te meten:

1. De productie. Hoeveel hebben we uiteindelijk gepresteerd? Ik denk dan aan zaken als:
  • Hoeveel video's / foto's hebben we gemaakt en online geplaatst?
  • Hoeveel tweets?
  • Hoe vaak is onze wiki geupdate en uit hoeveel pagina's bestaat deze?
  • Hoeveel berichten zijn er geplaatst op onze sociale netwerken?
  • Hoeveel posts op onze blog(s)?
  • Hoeveel reacties hebben we gegeven?

2. De resultaten. Wat heeft het uiteindelijk opgeleverd? Ik denk dan aan zaken als:
  • Hoeveel volgers en fans hebben we?
  • Hoe vaak zijn onze video's en foto's bekeken?
  • Wat zijn de bezoekerscijfers van onze blog(s) of wiki?
  • Hoeveel reacties hebben we ontvangen?

    Maar ook abstractere resultaten zoals....

  • Worden (gedeeltes) van onze collectie meer gebruikt?
  • Zijn we op het internet beter terug te vinden?
  • Voelt het publiek zich meer betrokken bij Centre Céramique?
  • Heeft men meer waardering voor Centre Céramique en ons werk gekregen?
  • Heeft de input (bijv. taggen van onze foto's, reacties) van het publiek geleid tot meer voordelen voor de organisatie en ons publiek?
  • Is het inlichtingenwerk verbeterd door de toepassing van een wiki?

De noodzaak van het doen van een 0-meting
Als we web 2.0 willen toepassen dan dienen we er ook over na te denken hoe web 2.0 van invloed kan zijn  op onze huidige producten en dienstverlening. Bijvoorbeeld we maken instructievideo's over het gebruik van onze catalogus. Leidt dit dan tot minder vragen over de catalogus? We maken een wiki over Limburgse onderwerpen leidt dit dan tot meer gebruik van deze collectie en krijgen we minder vragen over deze onderwerpen aan de balie? Om bovenstaande voorbeeld vragen te kunnen beantwoorden moeten we natuurlijk wel al cijfers hebben voordat het web 2.0 project start. Anders kunnen we nooit naderhand meten wat het effect resultaat is. Dat zal niet altijd gemakkelijk zijn.

Effectief meten van web 2.0 resultaten
Veel web 2.0 toepassingen leveren statistieken. Al is het natuurlijk maar de vraag of dit voldoet aan onze wensen. Verder zijn er hulpmiddelen zoals Google Analytics (gratis) voor het meten van het gebruik van onze site, wiki of blog. Feedburner kan cijfers leveren over onze rss feed. Indien de web 2.0 toepassingen op onze eigen server zijn geïnstalleerd dan kan dit ook cijfers opleveren. De website counterguide.com biedt een overzicht van zowel gratis als betaalde statistiekprogramma's.

Verder dienen we er rekening mee te houden wat voor soort statistieken geleverd kunnen worden, bijvoorbeeld gebruik per maand of zijn het alleen maar totale statistieken, alleen maar voor een bepaalde periode (laatste 3 maanden / 6 maanden / 1 jaar) of oneindig.

Naast het meten van de productie en resultaten is het natuurlijk ook van belang om te kijken hoeveel uren dit ons gekost heeft. 

Maak verslag van succesverhalen
Zeker niet alles is te meten en daarom is het goed om ook de nadruk te leggen op successen die niet direct zichtbaar zijn bijvoorbeeld een positieve reactie / bedankje op onze blog of sociale netwerksite of retweets van onze tweets.

Zijn er reacties die er echt uitspringen dan is het handig om deze te verzamelen (bijvoorbeeld door een screenshot) en bijvoorbeeld te gebruiken voor ons jaarverslag, nieuwsbrief, folders, posters etc. Wel dienen we natuurlijk om toestemming te vragen of we de reactie mogen gebruiken.


Deel|

Hoe kan Centre Céramique gebruik maken van sociale netwerken zoals Hyves en Facebook?

De uitdaging voor Centre Céramique, ligt in de vraag welke rol sociale netwerken kunnen spelen in de digitale dienstverlening. Als fysieke dienst, is de Centre Céramique een gebouw waar mensen bij elkaar komen die informatie en boeken zoeken, een tentoonstelling of evenement bezoeken, een krant of tijdschrift komen lezen,  deelnemen aan een workshop, internetten (al dan niet via ons wifi-netwerk) of simpelweg een lekker kop koffie komen drinken. Maar die mensen kennen elkaar meestal niet, laat staan dat zij iets met elkaar delen of te delen (willen) hebben. Deze post is vooral gebaseerd op Facebook maar kan denk ik grotendeels ook gelden voor Hyves of andere sociale netwerken. Al denk ik wel dat we ons op Facebook en Hyves moeten richten. Facebook heeft als voordeel dat het ook meer internationaal gericht is en we hebben in Maastricht veel buitenlandse studenten en expats. Hyves is in Nederland toch nog steeds sociaal netwerk nummer één maar dat kan zo veranderen. Er gaan al genoeg stemmen op dat de tijd van Hyves voorbij is. Of dat zo is vind ik moeilijk om te beantwoorden. Feit is wel dat Hyves de hete adem van Facebook in zijn nek voelt en dat lang niet iedereen Hyves 'cool' vind.


Delen van informatie
Waarom dienen we als organisatie aanwezig te zijn op sociale netwerken? Op de eerste plaats omdat vele anderen ook op sociale netwerken actief zijn. Met relatief weinig inspanning kan onze organisatie gevonden worden door die miljoenen Hyvers en Facebook leden door een sociale netwerksite te creëren om informatie te delen. Denk aan....
  •  Algemene informatie zoals adres, contactinformatie, logo en natuurlijk de officiële website.
  • Inhoudelijke informatie en nieuws zoals foto's, filmpjes, links en nieuwtjes


Communicatie
Naast het delen van bovenstaande informatie kan er ook gecommuniceerd worden met onze 'vrienden'. In het geval van een organisatie is het wellicht beter om te spreken van fans. Dit is eigenlijk de essentie van sociale netwerken: het interactief bezig zijn met je netwerk.

Het belangrijkste element op Facebook hiervoor is "The Wall". Een soort prikbord waar alle acties die we op ons sociale netwerk doen chronologisch getoond worden. Een aanvulling op "The Wall" is het "Discussion board" oftewel het forum. De naam zegt het al hierop kunnen dus onderwerpen bediscussieerd worden door stellingen te plaatsen. Persoonlijk denk ik dat het moeilijk wordt om ons publiek te prikkelen om te reageren op stellingen. Ik denk dat het publiek sociale netwerken meer ziet als een uitingsmiddel om te laten zien waar men mee bezig is dan om bepaalde zaken te bediscussiëren. Dat het publiek lid wordt van sociale netwerken doet men omdat men wil laten zien aan anderen waar men mee bezig is, wat men leuk vind en wie men is. Discussies aangaan is dan toch al weer een stap verder. Op onze Hyves en Facebook pagina's wordt momenteel in ieder geval nooit gereageerd. Maar we hebben natuurlijk ook nog weinig leden omdat het nog officieuze pagina's zijn en intern nog niet besproken is om er echt tijd aan te besteden.

Desalniettemin zijn in mijn ogen sociale netwerken een uitstekende manier om onze organisatie zichtbaarder te maken en onze informatie te delen met anderen. Mits we er natuurlijk tijd in kunnen steken. Bezoekers van onze sociale netwerken kunnen zien wie onze fans zijn en hoe populaire we zijn. Onze fans kunnen onze informatie en onze sociale netwerken weer verspreiden onder hun eigen vrienden.  Zelfs als we dus geen actief sociaal netwerk hebben kan het hebben van een Facebook of Hyves pagina dus zeker van positieve invloed zijn voor Centre Céramique omdat meer mensen onze content onder ogen krijgen.

Het delen van informatie van andere web 2.0 toepassingen
Een belangrijke kracht van sociale netwerken is de mogelijkheid om content die we ontwikkeld hebben op andere web 2.0 toepassingen zoals blog, Flickr, YouTube of Twitter kunnen delen op onze sociale netwerken. Dit gaat via een zogenaamde app (=application). Jammer genoeg bieden de pagina's voor instellingen minder mogelijkheden dan pagina's voor individuele personen. Maar gisteren kwam ik er 'toevallig' achter dat Hyves nu ook aanbiedt dat een extern blog via een rss feed te koppelen is aan een Hyves pagina voor instellingen en dat er ook een koppeling met Twitter tot de mogelijkheden behoort. Bij de laatste plaats je content in de rubriek 'wie wat waar' en dan wordt het ook getoond op je Twitter. Dit ging vroeger niet. Met andere woorden de ontwikkelingen staan niet stil. Bij Facebook was de combinatie met Twitter overigens wel al mogelijk.

Wat is er nodig om een sociaal netwerk te starten?
Om goed beslagen ten ijs te komen zijn onderstaande stappen mijns inziens noodzakelijk.

  • Stap 1: Bekijk (of wordt zelf lid) van sociale netwerken
    Onderzoek de mogelijkheden, maak vrienden en wordt lid van een paar groepen. Eigenlijk wat we nu al doen met de cursus 23 dingen. Met andere woorden acclimatiseren en integreren in sociale netwerken. Als het vertrouwd voelt wordt het tijd voor stap 2.
  • Stap 2: Onderzoek welke mogelijkheden de sociale netwerken voor organisaties hebben. 
    Ik merkte hierboven al op dat pagina's voor instellingen minder mogelijkheden hebben dan pagina's voor individuele leden. Ook het bekijken van pagina's van collega instellingen kan helpen om de mogelijkheden te ontdekken.
  • Stap 3: Maak een organisatie account aan
    Vul het profiel zo veel mogelijk in: voeg een logo of foto toe, contactgegevens, openingstijden, beschrijf de organisatie, voeg wat foto's en / of video's toe zodat de bezoekers beter begrijpen waar onze organisatie voor staat.
  • Stap 4: Bekijken / onderzoeken van de apps / widgets die zijn toe te voegen
    Hier is het denk ik vooral interessant om te onderzoeken of content van onze andere web 2.0 toepassingen zoals Flickr, YouTube, Twitter, blogs etc. in het sociale netwerk geïntegreerd kunnen worden. Zo gebruik je de content opnieuw zonder dat dit extra werk kost. Ons sociale netwerk blijft hierdoor levendig want alleen dan zal het publiek onze sociale netwerksite bezoeken en terugkomen.
  • Stap 5: Promotie
    Onze sociale netwerksite zal actief gepromoot worden bijvoorbeeld via onze officiële site maar ook via onze andere web 2.0 toepassingen, digitale nieuwsbrief, digitale handtekening in onze mail en ook in onze gedrukte promotiemiddelen zoals jaarprogramma, maandagenda etc. Het publiek moet het eigenlijk overal tegenkomen.
  • Stap 6: Regelmatig nieuwe content plaatsen
    Er zal redactie gevoerd moeten worden en regelmatig zal er nieuwe content geplaatst moeten worden over wat er allemaal te doen is in Centre Céramique en haar filialen. Met ander woorden er zal iemand verantwoordelijk moeten zijn voor de centrale redactie en binnen Centre Céramique zal afgesproken moeten worden dat de verantwoordelijke voor een tentoonstelling, evenement, workshops, collectie etc. niet alleen een persbericht inlevert bij PR en de agenda vult op de officiële site maar ook content plaatst op onze sociale netwerksite. Na afloop van zijn of haar activiteit zullen er dan ook weer foto's / video's geplaatst dienen te worden door diezelfde persoon.
  • Stap 7: Proberen interactie te creëren met je publiek
    Dit kan geprobeerd worden door vragen aan ons publiek te stellen, maar ook door te antwoorden op reacties / vragen vanuit het publiek. Ook hiervoor zal iemand verantwoordelijk moeten zijn. Wie kijkt of er reacties zijn en wie gaat ze beantwoorden?
  • Stap 8: Het bijhouden van de ontwikkelingen
    Door regelmatig de app / widget store te doorlopen, door te kijken bij collega instellingen en de blog of helpfunctie van het sociale netwerk te lezen blijven we op de hoogte van nieuwe (technische) ontwikkelingen die wellicht weer zijn te gebruiken.

Gedeeltelijk zijn bovenstaande stappen al uitgevoerd. Meerdere collega's zijn al op individuele basis druk in de weer op Facebook en Hyves. Ook is al (gedeeltelijk) onderzocht wat de mogelijkheden zijn voor een instelling. Dit is echter op dit moment op experimentele basis en een gestart door een aantal enthousiaste collega's die geïnteresseerd waren in de eventuele mogelijkheden. Als Centre Céramique aanwezig wil zijn op sociale netwerken dan zal in ieder geval intern besproken moeten worden wie wat gaat doen en hoeveel tijd men er voor krijgt. Het werk zal structureel moeten zijn en mag er niet zo maar wat bij hangen. Net zoals het bijhouden van een 'gewone' site kost ook het bijhouden van een sociale netwerksite tijd. Het zou in ieder geval goed zijn om collega's die nu ook al aan (voorbereidende) pr doen ook toegang te geven tot de sociale netwerksite(s) en dat ze zelf hun content kunnen plaatsen.

Deel|


GERELATEERDE ARTIKELEN
Mijn ervaringen met sociale netwerken
Een pagina delen via sociale netwerken

woensdag 25 augustus 2010

Foursquare

De naam Foursquare kwam ik de laatste tijd steeds vaker tegen maar nog niet echt de tijd gehad om me er in te verdiepen.

Foursquare is een online dienst die mobiel gebruikt wordt. De gebruiker checkt in via een mobiele applicatie op de plaatsen waar hij komt. Als die locatie nog niet eerder door iemand is ingevoerd, dan kun je deze zelf invoeren. Wie het vaakst op eenzelfde locatie komt, wordt burgemeester – mayor – van die plek. Zo wordt een ware wedloop ontketend op populaire locaties, die kunnen variëren van kroegen, musea tot aan supermarkten.



Tja wat moet je er nu mee? Dat was natuurlijk mijn eerste gedachte. De enige manier om dit uit te vinden is om me aan te melden. Na mijn aanmelding, wat snel gedaan is,  kun je zien of je 'vrienden' op Facebook, Twitter of in je adresboek van je iPhone ook al gebruik maken van Foursquare. Zo kun je zien waar ze uithangen en of ze wellicht dicht in de buurt zijn. Foursquare kan je zelfs een seintje geven.

Daarna eens even gekeken wat er zo al in mijn buurt gefoursquared werd. Zo lees ik dat een zekere Captain C elke vrijdagochtend naar de weekmarkt in Hoensbroek gaat en zijn favoriet de Turk op de hoek nabij de rotonde is omdat die zo´n heerlijke knoflooksalade en Turks brood heeft. En dat Wendy heerlijk gegeten heeft bij Wok Paradiso. Maar zelfs Centre Céramique is al bezocht door een Foursquare fan en de mayor van onze organisatie is een zekere La M.

Een mayor is iemand die het meest op een bepaalde plek komt. Ieder ander die op die locatie incheckt maakt kennis met de mayor. Zo kun je nog beroemd worden ;-). Verder kun je medailles en punten verdienen. Voor een overzicht van de medailles klik hier. Ik kan me voorstellen, dat als je competitief bent ingesteld, dat dit wel stimulerend werkt. Toch vraag ik me af wat ik met een fenomeen als Foursquare moet. In een artikel van de Volkskrant werden een aantal voorbeelden gegeven. Zo gaf Selexyz aan bezoekers een gratis bestseller als zij op Foursquare incheckten in de winkel waar zij waren en voor andere gebruikers een boekentip achterlieten. Andere organisaties geven korting aan de mayor. Zo zouden we als Centre Céramique een gratis abonnement kunnen weggeven, of een korting bij een evenement en wat te denken van een gratis kop koffie. Misschien kunnen we ook wel een landelijke Bibliotheek Foursquare dag organiseren en op deze manier leden werven. Op Foursquare kun je in ieder geval als organisatie een account aanmaken en dan in onderstaand formulier vermelden welke voordelen je hebt voor je Foursquare publiek.



Ik ga er in ieder geval de komende tijd eens proberen om er gebruik van te maken. Puur om er wat ervaring mee op te doen en wie weet wordt ik nog de mayor van Centre Céramique ;-)

donderdag 19 augustus 2010

Mijn ervaringen met muziek online beluisteren in een sociaal netwerk

Muziek luisteren. Je gelooft het of niet maar het is niet echt mijn ding. 2 liedjes per dag luister ik tegenwoordig bij het opstaan :-). Ok en soms luister ik muziek op mijn iPhone als ik dat saaie, 25 minuten, fietstochtje naar het centrum van Heerlen maak. Jaren geleden heb ik al mijn lp's aan mijn zus cadeau gedaan. Het waren er 12. Mijn cd-speler hapert al circa één jaar, vind de cd / dvd niet en die zit er toch echt in. Ik heb zelf geprobeerd het te repareren en dat was ook nog gelukt maar ik moet regelmatig opnieuw de cd-speler open schroeven want het euvel steekt dan weer de kop op. Maar helemaal A-muzikaal ben ik nu ook weer niet. Regelmatig ga ik naar een concert (klassiek, popjazz) of een festival als Pinkpop (Classic), Booch of ParkCity Live. Ik ben dus meer van de live muziek. Muziek komt gewoon beter tot z'n recht in een kroeg of club, of nog beter op een echt poppodium of theater met goede akoestiek. Je ziet de muzikanten spelen en het publiek genieten. Met andere woorden muziek is ook een sociaal gebeuren en dat miste ik tot nu toe bij het luisteren naar muziek bij mij thuis.

Spotify
Enige maanden geleden heb ik, gestimuleerd door al de publiciteit wat het kreeg, Spotify gedownload en al eens vluchtig bekeken. Maar wegens tijdgebrek en 'liefde' voor de muziek heb ik het niet echt diep bestudeerd. Afgelopen week toch maar eens wat dieper op de materie ingegaan. O.a. mijn iTunes library geïmporteerd, favorieten aangemaakt, biografieën van bands en muzikanten bekeken, bij een artiest gerelateerde artiesten bekeken en een afspeellijst [alléén te gebruiken als je ook een Spotify account hebt] gemaakt. Verder kun je Spotify koppelen met je Facebook account. Hier komt het sociale ook om de hoek kijken. Door Spotify te koppelen met je Facebook account kun je zien welke van je vrienden ook een Spotify account hebben. Bij deze vrienden kun je dan weer zien welke muziek zij afspelen en kun je hun afspeellijsten beluisteren. Verder kun je mensen ook tippen op muziek bijvoorbeeld door muziek door te sturen binnen Spotify. Ook via Twitter of Facebook kun je laten weten naar welke nummers je luistert. Je Twitter of Facebook vrienden kunnen dan de attenderingen beluisteren, mits men een Spotify account heeft. Er is één nadeel namelijk de reclame die je tussen de liedjes hoort. Toch maar kiezen voor een betaalde versie?

Last.fm
Naast Spotify ook Last.fm bekeken en ook hier een eigen profiel aangemaakt. Ik heb het niet echt 100% met Spotify vergeleken maar veel van bovengenoemde zaken die je met Spotify kunt doen zijn volgens mij ook met Last.fm mogelijk. Last.fm is wel meer webbased dan Spotify. Je kunt in ieder geval ook de content van een account bekijken als je verder niets doet met Last.fm. Persoonlijk vind ik Spotify prettiger in gebruik maar waarschijnlijk komt dit ook omdat ik al gewend ben aan de lay-out van iTunes en daar lijkt Spotify sterk op.

Online muziekdiensten voor Centre Céramique?
Ik ben van mening dat we best iets kunnen doen met online muziekdiensten. We kunnen wel de kop in het zand steken, 
en vasthouden aan onze cd collectie, en net doen of online muziekdiensten niet bestaan. Het feit is dat ze wel bestaan en dat mensen er gebruik van maken. Er zijn ook al een aantal bibliotheken die er gebruik van maken. Zo is er Bibliotheek Breda die gebruik maakt van Spotify. Zij hebben de volgende filosofie:


"Als bibliotheek vinden wij het belangrijk om de digitale ontwikkelingen op de voet te volgen en waar mogelijk toe te passen in onze dienstverlening. Deze ontwikkelingen hebben een enorme impact op de wijze waarop mensen tegenwoordig in hun muziekbehoefte voorzien. Hierdoor worden er ook andere eisen gesteld aan onze muziekafdeling. Het attenderen op nieuwe mogelijkheden van muziekbeleving is daar één van. Spotify is hiervan een uitstekend voorbeeld. Niet alleen willen wij op deze wijze ons enthousiasme over dit nieuwe medium met u delen, maar ook kunnen wij onze collectie op een eenvoudige manier extra voor het voetlicht halen"


Ik zou het niet beter kunnen verwoorden. Bibliotheek Breda maakt in Spotify afspeellijsten aan met songs die op hun nieuwe cd's staan. Wanneer je dus een eigen Spotify-account hebt kun je bibliotheek Breda als "vriend" toevoegen waardoor je meteen toegang krijgt tot hun afspeellijsten. Uiteraard doet Dok Delft ook iets met online muziekdiensten. Zo hebben ze een eigen Last.fm account maar ze zijn ook op Spotify te vinden. Dok Delft maakt bijvoorbeeld afspeellijsten van muziekevenementen als Lowlands. Ook een mooie manier om het publiek te attenderen op hun eigen cd-collectie en op muziekevenementen en ontwikkelingen. Voor mij zijn het in ieder geval voorbeelden hoe ook Centre Céramique Spotify of Last.fm kan inzetten: Ons publiek door middel van afspeellijsten te attenderen op onbekende muziek, aanwinsten of (lokale) muziekevenementen zoals Jazz in Maastricht, Pinkpop, André Rieu op het Vrijthof etc. etc. Ik heb nog even mijn twijfels wie van de twee we moeten inzetten (of wellicht een andere online muziekdienst?). Misschien maar allebei om te starten en kijken wat het beste loopt. Spotify is vrij nieuw in Nederland en misschien nog niet populair genoeg ten opzichte van Last.fm. Maar onze muziekbibliothecarissen zullen hier wel tijd voor moeten krijgen. Al hoeft het denk ik niet veel tijd te kosten. Onze afspeellijsten kunnen we ook sturen naar onze Facebook site, Twitter account of gewoon een button, zoals hieronder, op onze site plaatsen.

Naast afspeellijsten zouden we ook Spotify kunnen installeren op onze publiekspc's. Mensen zouden onze pc's dan ook kunnen gebruiken om met hun eigen Spotify account  muziek op de pc's te beluisteren. Ik heb nog even met de gedachte gespeeld om een Spotify Unlimited account van 5 euro per maand te nemen zodat ook mensen die geen eigen Spotify account hebben toch, binnen de bibliotheek, gebruik kunnen maken van Spotify. Het probleem is echter dat als we een Spotify met een account van Centre Céramique aanbieden men dit ook kan manipuleren bijvoorbeeld het wachtwoord veranderen. Niet erg handig dus. Ik heb geen mogelijkheid ontdekt om dit af te schermen.

Een andere mogelijke toepassing van een online muziekdienst is om de aquabrowser bibliotheeklimburg.nl te verrijken met gegevens van Last.fm zoals dit ook gebeurd is bij zoeken.bibliotheek.be. Zoals al beschreven staat op de 23 dingen site.

Met andere woorden online muziekdiensten zoals Last.fm en Spotify bieden zeker mogelijkheden voor bibliotheken. Ik ben benieuwd of jullie nog andere ideeën hierover hebben.
Follow me on Spotify














zondag 15 augustus 2010

Hoe kan Centre Céramique een wiki inzetten?

Een wiki is een website waarop gebruikers samen kunnen werken aan een document of een website. Zij kunnen eenvoudig content toevoegen, bewerken en verwijderen. Als ik aan een wiki denk dan zijn er volgens mij eigenlijk twee soorten wiki's, namelijk:

1. Een wiki die eigenlijk alleen maar wordt onderhouden door onze medewerkers en...
2. Een wiki waarvan we hopen dat deze gaat groeien door bijdragen van externen. In principe kan het publiek altijd, bij beide soorten wiki's, bijdragen leveren.

Ik heb niet echt de illusie dat externen meteen massaal gaan meewerken aan onze wiki. Daarom lijkt het me een goede start om met wikisoort 1 te beginnen. Indien er meer geïnteresseerden en gebruikers zijn dan treedt wikisoort 2 vanzelf wel in werking. Ik zou zelf willen starten met een wiki rond een onderwerp waar we al veel expertise en collecties over hebben bijvoorbeeld Limburgensia. "Toevallig" ook een speerpunt van onze organisatie.

De wiki zou een aantal Limburgse en Maastrichtse onderwerpen (bijv. bruggen van Maastricht, de mijnen, Petrus Regout etc.) dienen te behandelen met op de eerste plaats verwijzingen naar collectie en internetbronnen. Naderhand zou zo'n dossier uitgebreid kunnen worden met eigen tekstmateriaal. Alhoewel het publiek natuurlijk de mogelijkheid moet hebben om aanvullingen te doen zullen de (Limburgensia) medewerkers van Centre Céramique toch het hoofdwerk moeten verrichten. Eventueel aangevuld met bijdragen van externe deskundigen bijv. door medewerkers van het RHCL en SHCL. Hierdoor krijgt het publiek, maar ook onze inlichtingenmedewerkers, een mooi overzicht van (digitale) bronnen over specifieke Limburgse onderwerpen. Men krijgt als het ware een stukje informatie op maat aangeboden en kan dus een geweldig hulpmiddel zijn bij het inlichtingenwerk. Ook onze catalogus dient hierin natuurlijk te worden meegenomen waardoor deze uiteindelijk beter door Google zal worden geïndexeerd. Dieplinken naar onze catalogus dient dan wel mogelijk te zijn. Verder zal, de nog te ontwikkelen wiki, ook op onderwerp in onze catalogus ontsloten dienen te worden.

De hierboven beschreven wiki kan vanzelf uitgroeien tot de tweede soort wiki. Indien maar genoeg mensen er gebruik van maken en bekend zijn met de wiki dan zullen er altijd wel mensen bijzitten die hun steentje willen bijdragen. Dit kunnen we extra stimuleren door in de wiki te verwijzen naar collecties van andere Limburgensia organisaties zoals LGOG, RHCL, SHCL en Rijkheyt. Dan is er ook een grotere kans dat medewerkers van deze instellingen een bijdrage willen leveren aan de wiki en wellicht de wiki ook gaan promoten onder hun publiek. Zodat uiteindelijk onze (gezamenlijke) collecties meer gebruikt gaan worden. Maar voordat we van start gaan is het denk ik goed om onderstaand stappenplan te doorlopen.

Wat is er nodig om een wiki te starten en om deze te continueren?
Onderstaande stappen (en overwegingen) zijn naar mijn  mening nodig om een wiki te starten en succesvol te continueren:

  • Stap 1: Definiëren van de wiki
    Voordat we starten dienen we een antwoord te hebben op onderstaande vragen:
    a. Waarom een wiki?
    b. Over welk onderwerp en eventuele subthema's?
    c. Wat hopen we met de wiki te bereiken?
    d. Welke extra waarde zal de wiki hebben voor het publiek? En voor onze medewerkers.
    e. Wat zal het publiek motiveren om (eventueel) mee te werken?
    f. Voor welk publiek gaan we eigenlijk de wiki maken?
  • Stap 2: Rollen en verantwoordelijkheden bepalen
    Wie gaat er inhoudelijk werken aan de wiki en wie is er verantwoordelijk voor de technische ondersteuning? Komt er een hoofdredacteur? Wie reageert op reacties en bijdragen van externen? Wie wordt er verantwoordelijk voor de promotie van de wiki? En hoeveel tijd krijgen de aangewezen personen? Het is belangrijk dat deze goed afgesproken worden voordat er echt met de wiki gestart wordt. Een wiki heeft, net als een blog, continue aanvullingen nodig zodat het publiek blijft terugkomen. De medewerkers die aan de wiki gaan werken moeten de waarde van de wiki inzien voor henzelf, voor de andere medewerkers en voor ons publiek.
  • Stap 3: Hosting en wiki software bepalen
    Net zoals een blog is het starten van een wiki vrij gemakkelijk. Er zijn voldoende (commerciële) wiki sites die zowel software als hosting bieden. Een kwestie van registeren en een goede naam voor de wiki bedenken. Er kan ook een wiki gestart worden met zoiets dergelijks als mediawiki. Maar dan dient er wiki software op een server geïnstalleerd te worden. Dit maakt het ingewikkelder en dienen we ons zelf de volgende vragen te stellen: Hebben we deze technische kennis in huis en is er een server beschikbaar die wiki software toelaat. Het voordeel is wel dat we veel beter de layout en stijl van de wiki kunnen bepalen dan als we kiezen voor een commerciële wiki site.
  • Stap 4: Bepalen van de identiteit van de wiki
    Waarschijnlijk hebben we de naam van de wiki al in stap 3 gekozen. Zo niet dan dient het in deze stap te gebeuren. Tevens dienen we te bepalen hoe onze hoofdpagina eruit moet zien qua tekst maar ook qua afbeelding(en). Verder is natuurlijk ook het lettertype, kleur, layout van de pagina en eventueel en logo van belang.
  • Stap 5: Bepalen van de structuur van de wiki
    Een moeilijke structuur is niet echt nodig. Zelfs niet echt wenselijk. Naderhand is de structuur van de wiki altijd aan te passen maar het is toch goed om van tevoren de hoofdstructuur te bepalen.
  • Stap 6: Opbouwen van de wiki
    Nadat de hoofdstructuur bepaald is kunnen de pagina's gemaakt worden en eventueel onderling gelinkt worden.
  • Stap 7: Bepalen van een redactiestatuut
    Hoeveel vrijheid krijgen externen om artikelen aan te passen. Moet men zich registreren om aanpassingen te mogen doen? Moet men eerst de voorwaarden accepteren? Worden veranderingen pas online gezet als ze gecontroleerd zijn? Sluiten we bepaalde pagina's voor externe aanpassingen en zo ja waarom? Allemaal vragen die we ons zelf moeten stellen.
  • Stap 8: De wiki openen voor publiek
    Hoe gaan we de wiki openen? Starten we geruisloos / voorzichtig zodat we eerst nog wat ervaring kunnen opdoen? Of gaan we meteen full swing van start? En hoe gaan we dan de wiki promoten? Met welke middelen?
  • Stap 9: Controleren van de wiki
    Aanpassingen / reacties die door externen gemaakt worden zullen gecontroleerd moeten worden. Verder zullen de beslissingen gecommuniceerd moeten worden en er antwoord gegeven moeten worden op eventuele vragen die gesteld worden.
  • Stap 10: Toevoegen van nieuwe content
    Regelmatig zal er nieuwe content aan de wiki toegevoegd moeten worden om het interessant te houden.


GERELATEERDE ARTIKELEN
Mijn ervaringen met wiki's